Hertje gaat de zon achterna

In Hertje gaat de zon achterna volgen we –je raadt het al– een hertje terwijl het –ja hoor– de zon achternagaat. Het kleine hertje is immers bang in het donker. Zo bang dat hij nooit durft te kijken! Dus beslist hij om zijn nieuwe vriend, de zon, te volgen tot aan de andere kant van de wereld, zodat ze elkaar nooit moeten missen. En zo begint de tocht van het jonge dier, door weides en bergen, over vlaktes en in bossen. Maar telkens weer, haalt de nacht hem in. Zijn ontmoetingen met de dieren en de bloemen helpen hem weinig verder, en alles blijft cryptisch. Tot de uil hem toont dat er in de nacht een andere vriend aan de hemel staat: eentje die hij nooit eerder zag (want daarvoor was het hertje te bang), en die hem al die tijd begeleidde in de nachten. En zo kan het hertje, volleerd en opgegroeid, van beide delen van de dag genieten.

Het slanke, hoge formaat van het boek, net als de blinkende foliedruk op de cover, spreekt de lezer aan. Dit wordt een magische reis! Het verhaal is niet bijzonder diepgaand, maar dat hoeft ook niet met de drukke, warme prenten. De kleuren en gevoelens druipen bijna van de pagina's af, en de vervormingen van de dieren en perspectieven, maken het almaar meer dromerig. Je wordt helemaal ondergedompeld in de reis van het kleine hertje, en het verhaal raakt daardoor ietwat op de achtergrond.

De teksten zijn helder en bondig. Op het einde werd het slot voor mij een beetje te snel geponeerd, waardoor de dromerige factor wat wegviel. Het blijft ook allemaal een beetje te braaf, en mag hier en zou misschien baat hebben aan een kleine humoristische toets. Nu blijf je een beetje te veel in een zelfde sfeer vertoeven van begin tot einde. Gelukkig zijn de prenten zo overweldigend, dat je dat met het dagdromen helemaal door de vingers wil zien.