Een verzameling aan weetjes en bijzonderheden over planten en dieren, maar ook over zand en kristallen. Er zijn 92 bladzijden die vol staan met verbluffende feiten over het leven van sommige dieren, over hun geniale aanpassing aan de natuur, maar vooral met speciale aandacht voor hun afmetingen. De uitersten worden weergegeven, van een speldenkop groot tot een paar meter lang om ook nog een keer de enorme verschillen aan te duiden die er bestaan tussen dezelfde soort.  

Voor Camilla de la Bedoyere is het niet haar eerste boek over dieren dat ze geschreven heeft, maar misschien wel haar beste. Op zeer overzichtelijke en beknopte wijze is ze erin geslaagd om toch heel wat indrukwekkende en nieuwe informatie over te brengen en je als lezer versteld doen staan van de wonderen van de natuur. Wat mij erg heeft geboeid is dat ze steeds een concreet beeld geeft van de grootte of gewicht van een welbepaald dier door te vergelijken met iets herkenbaar en tastbaar zodat je een perfect idee krijgt hoe fijn of hoe immens groot of zwaar iets is (een welp weegt bij de geboorte maar 50 gram, ongeveer evenveel als een boterham).

Nog een grote sterkte van dit boek betreft de samenwerking tussen schrijfster en illustratrice, tekst en illustraties vullen elkaar perfect aan en ook de bladschikking lijkt op elkaar te zijn afgestemd. Toch gaat het meeste lof naar de illustratrice die van elke tekening (inclusief de schutbladen) een waar kunstwerk heeft gemaakt. Haarfijn heeft ze piepkleine beestjes uitvergroot zodat je een idee krijgt hoe zo een minidiertje eruit ziet, maar evengoed kan ze enorm gedetailleerd de enorme handen van een gorilla vastleggen. De tekeningen zijn altijd op ware grootte getekend, of soms uitvergroot wat weergegeven wordt met een vergrootglas erbij. Vaak beslaan ze een volledige bladzijde en je zou ze bijna uit het boek knippen om in te kaderen en goed zichtbaar in je woonkamer hangen. Het is dus niet zomaar een prentenboek, het is een meesterwerk.