Aan de overkant

'Aan de overkant' is een bijzonder prentenboek zonder woorden. De illustraties schetsen een situatie van twee huizen met daartussen een woeste rivier die in de wijde zee uitmondt. In het ene huisje woont een meisje en aan de overkant een jongen. Ze willen graag bij elkaar geraken, maar er is geen verbinding tussen de twee oevers. Het meisje heeft plannen voor een zeilboot en probeert van alles om met de jongen te communiceren. Maar papieren vliegtuigjes worden met de wind meegevoerd, een meeuw gaat er met de boodschap aan zijn poot vandoor, een lange ladder stort neer, enzovoort. Uiteindelijk brengen de meeuwen een touw over. Een verbinding komt tot stand en de plannen geraken aan de overkant. De jongen begint ijverig te timmeren terwijl zij de zeilen maakt. Wanneer de boot af is, geraken ze bij elkaar en ze varen samen weg. Het is een tijdloos verhaal. Hoewel moderne communicatiemiddelen geheel afwezig lijken, is de omgeving toch herkenbaar met hedendaagse huizen en de personages dragen moderne kledij. Vreemd is dat alle inititatief van het meisje uitgaat. De jongen lijkt niet veel moeite te doen, zodat je je afvraagt of hij wel dezelfde toenadering zoekt als het meisje. Maar eens hij de plannen van de boot in handen heeft, schiet hij in actie en hij is als eerste aan de overkant en haalt het meisje op. Het eenvoudige verhaal draagt de symboliek van problemen die soms opduiken voordat twee mensen erin slagen samen te kunnen zijn. Toch blijven ze optimistisch en beschikken ze over een buitengewoon doorzettingsvermogen, waardoor ze ondanks alle falen de moed niet lijken te verliezen. De illustraties hebben geen woorden nodig. De overwegende bruintinten en de sepiakleur zorgen voor nostalgische beelden. Terwijl het verhaal zich misschien eerder tot tieners richt, zullen de prenten toch ook jongere kinderen aanspreken, omwille van de leuke details en overal aanwezige dieren. Zo is het een ideaal boek om te leren kijken.