Afscheid van Arthur

'Afscheid van Arthur' behoort tot de reeks 'Sprookverhalen' waarin Agave Kruijssen klassiekers uit de Middelnederlandse literatuur voor een hedendaags jeugdig publiek toegankelijk probeert te maken. Deze roman werd opgevat als een gesprek tussen Grein, een jongeman die te paard het land doorkruist en een oude kluizenaar die hem onderdak verleent.
Grein is op zoek naar informatie over koning Arthur die vroeger over het gebied heerste, maar van wiens rijk nu niets meer overblijft. Bij de kluizenaar blijkt de jongen aan het goede adres te zijn. In betere tijden was die namelijk bekend als Lancelot, een van Arthurs vaste gezellen. Hij was een van de weinige overlevenden bij de ondergang van Arthurs rijk en zit nog boordevol herinneringen die hij graag wil delen  met zijn jonge toehoorder.
Kruijssen heeft het middeleeuwse bronnenmateriaal bijzonder goed bestudeerd en gaat daar op een creatieve manier mee aan de slag. De auteur toont een diep respect voor de oorspronkelijke verhalen maar maakt allesbehalve slaafse vertalingen. 'Afscheid van Arthur' is Agave Kruijssens versie van de Middelnederlandse romans die deel uitmaken van de Haagse Lancelotcompilatie: een handschrift uit het begin van de veertiende eeuw met de voornaamste ridderromans waarin de rondetafelridder Lancelot een centrale rol speelt. Het eerste deel van dit grote handschrift is verloren gegaan, maar het gedeelte dat over de ondergang van de rondetafel-gemeenschap en de dood van koning Arthur handelt, bleef bewaard. Dit verhaal vormde Kruijssens uitgangspunt, maar ze weefde er ook andere verhalen tussen: 'Lancelot en het hert met de witte voet', 'De wrake van Ragisel'  en 'De ridder metter mouwen'. Ook delen van de graalqueeste behoren tot Lancelots herinneringen. Hiermee wijkt Kruijssen niet echt af van de opzet van haar middeleeuwse brontekst want ook daar werden tussen de kerndelen andere Arturromans gevoegd, zodat op die manier een groot geheel van verhalen rond de legendarische vorst bij elkaar werd gebracht.
De lezer zal het misschien wel moeilijk hebben om zich te identificeren met een van de personages: de jonge Grein doet niet veel meer dan luisteren naar Lancelot en de oude ridder wordt volledig door zijn herinneringen in beslag genomen en dat zijn er behoorlijk wat. Er wordt verhaald over Lancelots onstuitbare liefde voor Guinevere, zijn loyauteit tegenover Arthur, zijn vriendschap met Walewein, de zoektocht naar de graal, de interne machtsstrijd en de finale strijdtaferelen, en dat alles aangevuld met verschillende nevenintriges. Het gevolg is dat  de lezer wel heel veel informatie te verwerken krijgt en er relatief weinig ruimte blijft voor psychologische uitdieping van de personages.
Wel kan Kruijssen op overtuigende manier duidelijk maken dat intern verraad en de vete tussen de hartsvrienden Walewein en Lancelot de basis vormden voor de ondergang van Arthurs rijk. Op die manier weet ze de teneur van de middeleeuwse verhalen uitstekend te vertolken.
Met de reeks 'Sprookverhalen' heeft Agave Kruijssen een boeiend hoofdstuk toegevoegd aan de vele bestaande bewerkingen van de middeleeuwse epische verhalen.