In dit kartonboekje maakt je peuter kennis met acht dieren en hun jong(en): de kikker, de kangoeroe, de vogel, de ijsbeer, de schildpad, de hond, de krokodil en de kat. Links steekt telkens een dier uit in reliëf, dat in de uitsparing op de rechterpagina past. Daar zie je ook het jong of de jongen. Een rijtje woorden geeft de woordenschat die je kan gebruiken om over dat dier te spreken.

Zoals altijd zijn de illustraties van Xavier Deneux sober en aantrekkelijk, in een uitgekiend samenspel van felle kleuren en wit. Door het reliëf kan je de vorm van elk dier ook voelen. In plaats van een uitgewerkte tekst krijg je enkel woorden aangereikt waarmee je zelf aan de slag kan, op het niveau van je kind: de benaming van het jong, enkele substantieven met het bijhorende lidwoord, gevolgd door een paar werkwoorden. Dat laat je toe om bijvoorbeeld over de krokodil niet alleen een paar opvallende uiterlijke kenmerken te benoemen als de tanden, de snuit en de schubben, maar ook te vertellen dat de krokodil rust op de oever en haar jongen naar de rivier vervoert in de muil.

Stevig karton en afgeronde hoeken maken dit boek geschikt voor kleine handjes.