Beer komt thuis

Zes dieren wonen in de baobab. Ieder in zijn eigen huis. En elk van de dieren heeft zijn eigen taak in de boom. Maar op een dag duikt er een heel groot beest op. Het is een beer op zoek naar een huis maar hij is niet welkom. Toch gaat hij niet weg.
Het verhaal is heel mooi opgebouwd en heel mooi geïllustreerd. Aanvankelijk ziet er de baobab er eerder fragiel en de huisjes eerder klein uit en dat in een woestijnachtig landschap tussen dunne  boompjes en mooie vlindertjes op een bruin en beige ondergrond. Dan komt de kennismaking met de dieren en plots zie je elk hun eigen huisje in de boom. Grote huizen en kleine huizen. Ze wonen heel vreedzaam samen en elk van hen heeft zijn specifieke taak. Bever verzamelt hout, Muis en Everzwijn zoeken bessen waar Fazant heerlijke jam van maakt. Kameleon houdt de omgeving in het oog. Bij mooi weer ziet hij blauw, maar als er gevaar dreigt, wordt hij paars en dat gebeurt op een dag. De dieren zijn bezorgd en de reden komt al gauw aan het licht. Onder de boom is Beer verschenen. Hij is op zoek naar een huis en de baobab lijkt hem erg geschikt. Maar de bewoners van de boom zien het niet echt zitten. Ze beginnen toch te onderhandelen en Beer mag uiteindelijk blijven, want hij kan iets heel speciaals.
Barbara Ortelli verstaat de kunst om een prentenboek uniek te maken. Door zoveel détails aan haar verhaal toe te voegen laat ze de dieren 'groot' of ' klein' worden naargelang hun capaciteiten en karakter. Ook de illustratietechnieken passen wonderwel bij de tekst. Het begint al op de cover. Daar staat de naam van de auteur omgekeerd samen met de kameleon op zijn kop. (Hij loopt meestal omgekeerd op zijn tak.)  Op de schutbladen staan witte silhouetten: bij het begin van het verhaal zie je de zes dieren die de baobab bewonen en achteraan is er eentje bijgekomen: de beer. Ook de nacht is prachtig weergegeven. De slapende dieren in hun blauwe huisjes tegen het donkerblauw van de nacht met de pinkelende sterren en onderaan twee oogjes van de beer (nog zonder huis) maar al een beetje 'thuis'. Het is een bijzonder prettig en lichtvoetig verhaal om te vertellen. Het sluit perfect aan bij de 'honderd en één gevoelens' die een kind kan hebben. Een boek om te koesteren, voor te lezen en te bekijken telkens opnieuw.