De diepvriesexpedities van Olli en Eleonora

Op ontdekking naar de Noord- en Zuidpool

De bekende Belgische avonturier Dixie Dansercoer liet het ‘Internationale Pooljaar 2007/2009’ niet ongemerkt voorbijgaan. In het voorjaar van 2007 stak hij samen met Alain Hubert in 100 dagen de Arctische Zee over (= aan de Noordpool). In het najaar vertrok hij met een zeilboot op expeditie naar Antarctica (= aan de Zuidpool). Hij volgde dezelfde route als De Gerlach en maakte dezelfde twintig landingen. In 2008 slaat hij met jeugdauteur Do van Ranst de handen in mekaar en samen maken ze een fraai boek over de beide poolgebieden. Het boek verschijnt in ‘keerdruk’: het heeft twee voorkanten die elk het vertrekpunt vormen voor een leesreis naar een van de uitersten van de aarde, de polen. In beide gevallen gaat het om een verzonnen reis, maar de omstandigheden en belevenissen zijn levensecht. De ene keer is het hoofdpersonage een Vlaams meisje, de andere keer een Finse jongen die met een Nederlandse ploeg op stap gaat. Zo bieden de auteurs aan een ruim lezerspotentieel een comfortabel opstapje naar inleving in hun verhaal. De veertienjarige Eleonora uit Antwerpen gaat in 1907 met haar vader mee op expeditie naar Antarctica, in het spoor van De Gerlach en zijn Belgica. Het leven aan boord van het zeilschip is bepaald geen makkie en zij moet op haar tanden bijten om voor vol te worden aangezien door de bemanning en respect af te dwingen van die ruige kerels. Gelukkig kan zij altijd rekenen op de steun van haar liefhebbende vader. Op het ultieme moment is het Eleonora die haar vader stimuleert om door te gaan… Aan de andere kant van het boek weet de twaalfjarige Olli uit Helsinki als verstekeling een plaatsje te bemachtigen in een expeditie naar de geografische Noordpool op 90° noorderbreedte. De tocht gaat deels per vliegtuigje en deels met een ijsbreker, maar de laatste vijftig kilometer worden te voet afgelegd, door de bijtende kou. Overnachten gebeurt in tenten. Vooral voor het zestienjarige plaaggrage meisje in de groep en ook voor zijn ‘stoere’ vrienden op het thuisfront wil Olli zich groot houden en dat lukt hem best aardig. Beide verhalen dienen als kapstok voor een rijke verzameling aan weetjes en veelzijdige informatie over de poolgebieden. Elk brokje info wordt gepresenteerd in een gekleurd kadertje, mooi gedoseerd en zeer bevattelijk en fraai geformuleerd. Historische, geografische, geologische, biologische en ecologische aspecten komen aan bod, maar daarnaast ook tussendoortjes (‘kruiswoordraadselweetjes’) bijvoorbeeld over de onderdelen van een schip, de kledij en het voedingspatroon van expeditieleden of een tot de verbeelding sprekende ziekte als scheurbuik. Op de mooie vertelstijl van Do van Ranst is het bijzonder prettig reizen voor de lezer, of de tocht nu noord- of zuidwaarts gaat. Prachtige natuurfoto’s en de leuke tekeningen van Harmen van Straaten zorgen ervoor dat dit boek niet alleen voor de geest maar ook voor de ogen een feest is. Het enige waarnaar wij vergeefs uitkeken, zijn kaarten van de bezochte gebieden. De diepvriesexpedities van Olli en Eleonora verdienen in meer dan één opzicht het label ‘cool’. Een leuk, mooi en leerrijk boek voor kinderen vanaf een jaar of tien.