Meneer Fop is dol op zijn tuin. Hij is er uren in bezig, praat tegen zijn bloemen en verzorgt er alles goed. ’s Avonds maakt hij soep met de groenten uit zijn tuin. Na al dat werk is hij wel moe. ’s Nachts heeft hij een vreemde droom. Het ging over een fant die vloog. Maar is hij nu wel echt wakker? Hij ziet de droomfant in zijn tuin staan. De droomfant wil niet weggaan. Hij maakt alle bloemen kapot en wat meneer Fop ook probeert, hij gaat niet weg. De droomfant gaat alleen weer weg als meneer Fop droomt dat de fant weer weg gaat. Dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan. Hoe lief de fant ook wil zijn, hij past niet echt in het leven van meneer Fop. Zelfs Klaas Vaak schiet te hulp, maar uiteindelijk ligt de oplossing bij de fant zelf. De strips in deze reeks richten zich op beginnende lezers. Bij het aanvankelijk lezen hebben illustraties een grote ondersteunende functie en daar spelen deze boekjes bijzonder goed op in. Ook het lettertype is aangepast aan de leeservaring van de kinderen. Het boekje is op AVI-3-niveau. Deze boekjes zijn heel luchtig: geen boek met alleen maar tekst op de pagina’s, maar een echt stripverhaal met tekst op maat. Dit boekje is redelijk druk en chaotisch qua vormgeving. Dit leidt toch wat de aandacht af van het lezen zelf. Ook het verhaal is nogal springerig en niet altijd even duidelijk.