De haas met de grote voeten

Hero, de kleine haas, vraagt zich af waarom hij zo’n grote voeten heeft. Opa staat voor hem klaar en samen gaan ze op pad om te ontdekken wat nu zo speciaal en nuttig is aan de grote voeten.
Dit boekje met kartonnen pagina’s lijkt heel fijn om voor te lezen. De prenten zijn immers mooi en aantrekkelijk. In 2008 werd het ook al eens uitgegeven. Maar ik heb me toch geërgerd aan een aantal zaken. Allereerst is er de gelijkenis met ‘Raad eens hoeveel ik van je hou’. Hoe mooi de tweede prent van opa en Hero ook is, ik zie hier Grote Haas en Hazeltje in. En dat is niet de enige tekening. Heeft een haas trouwens voeten? Ook al wordt er her en der blijkbaar over voorvoet en achtervoet gesproken, een haas heeft poten. Waarom zou je de woordenschat van de kleuter willen beperken?

Ik heb ook moeite met de verhaallijn. Op hun tocht komen opa en Hero een wolf tegen. Gelukkig hebben ze dus grote poten om hen te redden. Dan blijft opa achter en is Hero plots alleen. Hij keert terug naar opa. Deze vertelt dat hij te oud wordt en dat Hero nu klaar is om de wereld te verkennen. Over de wolf wordt niet meer gesproken. Ik twijfel over de suggestie van dit stuk. Wordt opa opgegeten? Of is het een stukje over loslaten en zelfstandigheid? Waar past die wolf dan? Het brengt me in de war. Dit alles maakt dat ik een wat ongemakkelijk gevoel heb bij dit boekje. Waarschijnlijk kan je met dit boekje wel een gezellig voorleesmoment creëren, tenminste als je de klassieker ‘Raad eens hoeveel ik van je hou’ niet kent en niet zoveel belang hecht aan de juiste woordenschat en een heldere verhaallijn.