De ivoren dolk

In het jaar 1359 viert Amersfoort zijn honderdjarig bestaan. Vijf dagen zal de jaarmarkt duren. Jonkheer Pepijn, zoon van de heer van Suylen van Nijevelt, en zijn knecht Bertram komen naar de stad. Bertram raakt bevriend met Wouter, zoon van de smid. Vader en zoon verkopen dolken op de jaarmarkt. Op een dag blijkt de allerduurste dolk gestolen te zijn. Bertram krijgt de schuld. Wouter verdenkt de hooghartige jonkheer en gaat op onderzoek. Een didactisch verhaaltje met veel adjectieven over allerlei beroepen uit de middeleeuwen. Een onwaarschijnlijk slot. De omslagtekening is mislukt.