De jongen die zijn brood knipte

De jongen die zijn brood knipte zit boven op een olifant, schaar in de hand, en hij knipt... een oor, een stukje pels, een plukje haar. Het kan zowat alles zijn want de jongen die zijn brood knipte lijkt wel een kleine vrolijke god. Hij maakt met zijn schaar de wereld net zoals hij die graag ziet. Hij verandert een haag in dieren, geeft al onze eentonige auto’s een eigenzinnige snit, maakt flatgebouwen kleiner, huizen mooier en het bos veel woester voor wilde avonturen. En komt hij ooit iets tegen waar hij plots bang voor is, dan knipt hij het in duizend stukjes, die hij de hemel inkiepert. Schitterend tussen zon en maan lijken ze in niks meer op zijn angsten. Hij vindt ze zelfs mooi. Op een dag heeft de jongen zoveel geoefend dat hij aan zijn meesterwerk toe is: uit een roze wolk knipt hij een vriendinnetje... Dit prentenboek van Van Haeringen spreekt ongetwijfeld tot de verbeelding. Het is een heerlijke aanzet om je fantasie de vrije loop te laten. Al lezend begin je als vanzelf mee de wereld om je heen te veranderen. Een knipje hier, nog eentje daar. Ineens ziet dat saaie ding er zoveel leuker uit. Dat ook het jongetje zijn werk leuk vindt, is hem duidelijk aan te zien. In de tekeningen die de hele bladspiegel innemen, zie je hem intens knippen, genieten van het resultaat, blij zijn, aandachtig zijn. In al hun eenvoud zijn het sterke illustraties. Dat is goed, want dit verhaal is er eentje dat je moet zien, veeleer dan horen. Eén minpuntje toch: de start. Van Haeringen heeft een pracht van een opener met ‘de jongen die zijn boterhammen knipte’, wakkert zo je fantasie aan maar blust die dan door de jongen simpelweg de randen van een tapijt, zijn haar en dat van de honden uit de buurt te laten knippen. Weinig tot de verbeelding sprekende dingen. Gelukkig herpakt ze zich snel en gaat het van dan af enkel in crescendo. Een boekje dat eindigt in schoonheid!