De koning wil een hond

Lodewijk de Veertiende was een eigenwijze koning die alles kreeg wat hij wilde. Tot op de dag dat hij een hond wilde die naar hem zou luisteren. Vanaf dan begint de moeilijke zoektocht naar de geschikte hond. Heel wat belangrijke mensen komen bij de koning en prijzen hun hond aan, maar geen van hen kan de koning bekoren. Er is altijd wel iets dat hem niet zint aan de honden: hij kwijlt te veel of hij zit constant te krabben of hij luistert niet ... De koning wordt er depressief van en kruipt in bed om er niet meer uit te komen. Op dat moment klopt er een klein, arm jongetje op zijn deur. Hij wordt binnen gelaten. Met tegenzin (omdat het van zijn vader moest) biedt hij de koning drie puppy's aan die hij heeft gevonden. Vanaf het eerste moment is de koning verkocht! Hoewel de hondjes helemaal niet naar de koning luisteren, vindt hij ze toch geweldig omdat ze hem aan het lachen brengen en het hen niet kan schelen dat hij koning is. De arme jongen wordt de enige echte hondenverzorger van de koning.
De tekeningen illustreren het verhaal op een dynamische manier. Je kijkt als het ware binnen in het paleis van Versailles en kleuters kiunnen het verhaal zo veel beter volgen. Want de tekst gaat nogal uitgebreid in op het dagelijks leven van de verwende koning en zijn hofhouding. De portretten van de verschillende honderrassen op de schutbladen zijn een goede vondst.