De koningin zonder land

Weer een bijzonder boek dat De Eenhoorn aan zijn lijst kan toevoegen. Een boek dat door de kaft intrigeert of afstoot, een middenweg is er niet. Hopelijk zijn er toch wat mensen die het boek ook even openslaan, hoewel dat geen garantie is dat het zal aanslaan. De prenten van Berlinde De Bruyckere zijn namelijk (eufemistisch uitgedrukt) speciaal. Ze hebben iets wreeds, iets erotisch soms, griezeligs. De Bruyckere is sinds haar verschijning op de Biennale in 1999 een grote naam. Uit haar bestaand werk selecteerde Paul Verrept de illustraties voor zijn werk. Het is moeilijk om een etiket te plakken op haar werk. En dat maakt het best boeiend. Even googelen zorgt ervoor dat ik weet dat de belangrijkste thema’s in haar werk eenzaamheid, vergankelijkheid en kwetsbaarheid zijn. De leeftijd van de doelgroep wordt er nog wat door opgetrokken. Volgens de uitgeverij is die niet meer dan 10-plus, wat me toch wat jong lijkt. Maar wie weet, met de juiste begeleiding, kan een tienjarige ook iets hebben aan de lectuur van dit boek. De tekst begint op een intrigerende manier - “Ik moet vertellen” - begint vervolgens een tekst voorzichtig en bouwt zachtjes op, in versvorm. De verteller is een koningin die geboren wordt nadat het land van haar ouders door een storm weggespoeld werd. De koningin woont in een boomhut en loopt liever op stelten dan de grond te raken. Het is moeilijk om het verhaal samen te vatten, ook het thema valt moeilijk in één woord te vatten. Het is een soort sprookje, de doelgroep is onbekend. De symboliek staat voor het verleden en het verlies, het verlies van het verleden? Dit boekje moet het hebben van de sfeer en de context waarin je het leest. Het is zeker niet licht verteerbaar, want het laat ruimte voor veel persoonlijke interpretatie en vraagt wel wat van zijn lezer. Hoewel je dat natuurlijk dubbel kan opnemen: hoe meer je er zelf in gaat zoeken, hoe meer je terugkrijgt.