De kwestie Kassandra

De hoofdpersonen in dit boek zijn Arno, een leuke jongen die zichzelf te gewoon vindt, en Kassandra, een bijzonder meisje. Arno woont samen met zijn zus Lisa en zijn mama. Zijn ouders leven gescheiden en zijn mama heeft weer een nieuwe vriend, Gert. Kassandra woont in de buurt van Arno samen met haar mama, Elsbeth. Het verhaal wordt verteld door Arno in de ik-persoon. Arno komt in contact met enkele oudere, stoere jongeren - Rixt, Boris en Sylvia - die bij hem in de klas zitten. Ze durven alles en zijn om niets verlegen; ze handelen gewetenloos. Arno laat zich door hen meeslepen. Hij merkt hoe aantrekkelijk het kan zijn om met zulke mensen om te gaan. Vooral omdat Gert, de vriend van zijn moeder, steeds vraagt of hij de buurt nog onveilig heeft gemaakt. En Arno tot nu steeds zo vlijtig op school was. Maar dat is nu anders. Arno spijbelt, steelt en pest Kassandra met briefjes, onder invloed van de oudere schoolgenoten. Je voelt wel de onzekerheid van Arno. Hij zit voortdurend in tweestrijd. Arno neemt zich het goede voor, maar als puntje bij paaltje komt, heeft hij niet de moed om zich tegen Arno en zijn bende te verzetten. Het pesten wordt perfect uitgewerkt met o.a. een grof taalgebruik zoals teef, lullig, eikel. Er is geen respect voor volwassenen. Je voelt de tweestrijd van Arno perfect aan. Gelukkig heeft hij met behulp van Kassandra uiteindelijk de moed om zich te verzetten tegen Rixt, Boris en Sylvia (op wie hij eigenlijk een oogje heeft). Het verhaal begint met een flashback die cursief is gedrukt. Dit maakt de lezer meteen nieuwsgierig naar wat er gebeurd is. Het verhaal is spannend tot de laatste bladzijde en heel vlot geschreven. Een realistisch verhaal over pesten dat gelukkig positief eindigt.