De pandaband

Hoe de panda's ooit muziek als ontbijt hadden

Panda’s leven in China. Daar kan je onmogelijk Peter, Gerard of Olivia heten. De namen van de hoofdpersonages worden dan ook Niet-Peter, Niet-Gerard en Niet-Olivia. Daarmee is de humoristische toon al onmiddellijk gezet. Neem daar ook nog eens de hoge aaibaarheidsfactor van panda’s en de vraag in de subtitel bij en je hebt het ideale recept voor een leuk kinderboekje. Het is de eerder luie Niet-Peter die toevallig ontdekt dat als hij op zijn lievelingskostje, bamboe, blaast er geluid uitkomt. Hij gaat (letterlijk) op zoek naar andere tonen. Na wat oefentijd krijgt hij verschillende noten uit de bamboefluit. Buurman Niet-Gerard is dan weer dol op stoeien, maar die muziek van Niet-Peter wil hij ook wel kunnen maken. Meer nog, hij neemt de fluit mee naar Niet-Olivia. Zij was nog niet in de muzikale bui van haar vrienden, maar is wel zot van bamboe en eet het muziekinstrument nietsvermoedend op. Gelukkig zorgt Niet-Peter in een “klauwomdraai” voor nieuwe bamboefluiten. Het blijkt de start van een band die snel groeit en leven in de brouwerij brengt.

Auteur en illustrator zetten volledig in op humor. De grappige tekst bevat woordspelingen die de woorden wel wat te lang maken voor echt beginnende lezers. Ook de droge humor vraagt soms toch dat tikkeltje meer. Het is meer dan een 'hap-slik-klaar'-verhaaltje. Tussendoor staan er stukjes tekst in een kleurtje. Dat zijn de momenten dat de auteur om een reactie van zijn lezers vraagt.  

De illustraties zijn vrolijk en talrijk aanwezig. Ze vullen het verhaal prima aan en zorgen voor luchtigheid. Tot slot is er nog plaats gelaten voor wat informatie over de auteur en de illustrator, maar ook de klimaatcrisis en de panda worden even belicht.

Een leuk leesboek voor lezers vanaf 8 à 9 jaar. Voorlezen kan al wat vroeger.