De schreeuw

“De schreeuw is een buitengewoon spannend en verontrustend avontuur bomvol gitzwarte humor (…)” meldt de achterflap. Verontrustend is het inderdaad dat dit boek een tweede herziene druk kent, gezien de verontrustende inhoud. Neem een jongen met een lichtjes gestoorde zus die door te gillen op de achterbank van de auto de dood van hun beider ouders heeft veroorzaakt. Bovendien is de jongen door het ongeval verlamd. Voeg er dan een bizarre grootmoeder aan toe die een onzinnige obsessie heeft voor ‘De schreeuw’, het wereldberoemde schilderij van Munch en een geheimzinnig verleden op een eiland met zich meezeult. Laat de kinderen dan verder opgroeien bij omalief en verdere gebeurtenissen zullen niet uitblijven. Uiteraard moet er nog een schepje ellende bij wanneer zus een doodsmak maakt tijdens een dansvoorstelling op school. Oma en jongen besluiten om de as van hun geliefde familielid te verstrooien op het duistere eiland. Natuurlijk moet dan ook oma overboord kukelen en blijft jongen alleen op de wereld achter. Wanneer hij dan terug aan land komt, kan hij, mirakel, mirakel, opnieuw lopen. Eind van het verhaal. Spectaculair dat al deze rampspoed op welgeteld 72 pagina’s wordt afgehaspeld. Toegegeven, de auteur kan vlot en bij momenten zelfs meeslepend schrijven, maar in plaats van koude rillingen bezorgde dit boek me eerder lachkriebels. En dat was wellicht niet de bedoeling, gezien de tekst van de achterflap. Blijft ook de vraag waarom ‘De schreeuw’ van Munch totaal misplaatst een onbegrijpelijke rol krijgt toegewezen in dit verhaal. Er zal wel een symbolische link zijn tussen het schreeuwen van zus en de schreeuw van het schilderij, maar jongens toch, dat is zo povertjes dat het weer lachwekkend wordt. Jammer, want potentieel had het boek zeker. Maar misschien komt dat er wel uit bij een derde herziene druk?