De familie Kriegel is nog niets veranderd. Ze hebben het financieel moeilijk, het huis is een chaos en de zusjes halen nog steeds kattenkwaad uit. In dit verhaal kunnen ze de huur niet meer betalen en zullen ze spoedig het huis worden uitgezet. Maar vader Kriegel onderneemt geen actie en drinkt zoals gewoonlijk om alles wat te relativeren. Mama Kriegel is in de ban van een of andere goeroe en haar innerlijke ik. Volgens de goeroe lacht het geluk hen toe en zal er gauw iets wonderlijks moois gebeuren.
Tot hun verbazing ziet het er dan plots goed uit: ze hebben een winnend lotje bij de loterij, maar jammer genoeg spelen ze dat kwijt. Gelukkig volgt er al vlug goed nieuws: vader Kriegel erft een kasteel in de Ardennen, van zijn excentrieke betovergroottante Lady Kriegel. Er zijn wel voorwaarden aan verbonden: de familie moet drie opeenvolgende nachten slapen in het kasteel. De familie Kriegel denkt dat dit een lachertje is, maar komen al gauw tot de vaststelling dat het huis bewoond wordt door geesten en spoken ...
Een wat warrig maar toch luchtig verhaal over de bekende zusjes en hun ouders, die absoluut niet het goede voorbeeld zijn voor hun kinderen. De kinderen zijn ondertussen wat ouder en hun streken zijn aangepast aan hun leeftijd. De ouders veranderen niet en blijven volharden in drinken, eten en het lichtjes verwaarlozen van hun kinderen. Op zich leest het verhaal gemakkelijk, ook dankzij de vele illustraties van Jan Bosschaert. Hier en daar wordt er een hoofdstuk kort samengevat in een stripverhaal.
Voor de liefhebbers van Marc de Bel.