De straat van Sophia

Sophia woont in de Driebultenstraat en ze heeft het er erg naar haar zin. Ze kent er alle bewoners, maakt graag praatjes met de buren en speelt vaak op het nabijgelegen strand met Brenden. Sophia’s mama is minder tevreden. Zij is al een tijdje haar werk kwijt en vindt dat er niets te beleven valt in Zekerzee. Ze wil daarom graag verhuizen naar de stad, waar de kans ook groter is dat ze aan een nieuwe baan raakt. Sophia schrikt van mama’s plannen en besluit om mama te helpen aan nieuwe baan in hun dorp. Dat lijkt makkelijker gezegd dan gedaan. Zelfs de burgemeester van het dorp kan Sophia niet helpen. Een verhuizing naar de stad lijkt onafwendbaar … Sophia is een vrolijk meisje dat graag op pad gaat, babbeltjes slaat met de bewoners uit de Driebultenstraat en overal wel een avontuur in ziet. Je komt echter weinig te weten over de bewoners, want de karakters zijn stereotiep of weinig diepgaand uitgewerkt. Zo is er Meneer De Bies, de buurman achter de linkertuinmuur. Hij is steeds een beetje humeurig en kijkt vaak zuur. Hij wordt daarom, ietwat voorspelbaar, door Sophia Meneer Augurk genoemd. Begga is de rechterbuurvrouw en woont alleen. Het huis aan kant houden, winkelen en koken zijn veel te ingewikkeld voor Begga, maar je komt niet te weten waarom. Taarten bakken kan ze daarentegen als de beste en vaak gaat Sophia op bezoek bij Begga om een heerlijke punt te smullen. De buren worden veelvuldig vernoemd, maar ze spelen een weinig beduidende rol. Ook de mama van Sophia blijft een beetje vaag. Aan het begin van het verhaal is ze een ontevreden huisvrouw. Slechts op het einde van het verhaal komt ze terug aan bod en is ze dolblij dat een hartsvriendin uit de lagere school in het dorp komt wonen en ze mee in haar zaak kan stappen … als fietsenmaker! Mama draait wel heel snel bij! Voor Sophia betekent dit dé oplossing voor haar probleem; ze hoeft helemaal niet te verhuizen. Eind goed, al goed! Al wist je dat van bij het begin. De ontknoping komt plots uit de lucht gevallen. Aan de illustraties werd niet veel belang gehecht. Een vaal en flets kleurgebruik, tekst en tekening die niet samengaan. Ik ben nog steeds op zoek naar het zwarte schaap en de mus met het witte veertje in de staart, waaraan toch een hele pagina wordt gewijd. ‘De straat van Sophia’ valt onder de trefwoorden ‘verhuizen, werkloosheid en vriendschap’, maar mist elke diepgang over deze toch gevoelige items. Het verhaal is vlot geschreven maar inhoudelijk heeft het weinig tot geen boodschap.