De tostifabriek

In 2013 werkten acht jongeren in Amsterdam een project uit: ze bouwden een tostifabriek, waarin ze al de ingrediënten (graan, kaas, ham en brood) voor een tosti (de Nederlandse croque-monsieur) zelf zouden kweken en maken. Dit boek is het verslag van het negen maanden durende project. Het project kon op veel belangstelling rekenen en nu nog kan je het via de website (www.detostifabriek.nl) herbeleven. 

Bij het originele project hoort dit originele boek. Daarvoor werkten meerdere mensen samen. Het bestaat uit twee driehoekige delen en ziet eruit als een tosti. In de twee delen staat hetzelfde verhaal, maar andere helften van de foto’s. Als je de foto’s helemaal wil zien, moet je de twee boeken op de juiste manier tegen elkaar leggen. Dat maakt van het boek een ideaal 'samen-lees-en-kijk-boek'. Het boek leest als een soort dagboek. Eerst moet de fabriek gebouwd worden met een akkerbak voor het graan, stallen voor de varkens en koeien, een ruimte om de kaas te maken en een ruimte voor de jongeren zelf. Vervolgens wordt er uitgelegd hoe het graan gezaaid wordt. Tijdens het wachten op het graan om er later brood van te maken, worden de twee koeien gemolken en de twee biggen vetgemest. Van de melk wordt kaas gemaakt en van de biggen ham. Met de ingrediënten die zo ontstonden kon de fabriek 300 tosti’s maken. Die werden opgegeten tijdens het tosti-slotfeest. 

Stap voor stap kan je het hele proces volgen. Eenvoudige zinnen en een flinke dosis humor (of is het sarcasme?) zorgen ervoor dat dit een leerrijk verslag is voor jong en oud. De zwart-witfoto’s, afgewisseld met pictogramachtige illustraties, geven de tekst een absolute meerwaarde. In het begin kan je de foto’s vlot naast elkaar leggen, maar wanneer je verder leest wordt dat steeds moeilijker en onhandiger omdat de rug van het boek in de weg zit. Qua originaliteit kan dit boek absoluut tellen. Ik las immers nog nooit eerder een dubbel, driehoekig boek. Zelfs de kleuren van de bladzijden zijn aangepast. De eerste en laatste hoofdstukken gaan over het graan en het brood. Die bladzijden kregen een beige kleur. Vervolgens wordt op de gele bladzijden uitgelegd hoe de kaas gemaakt werd. De roze bladzijden stellen de ham voor. Zo kreeg je ook qua kleur een tosti. De roze bladzijden waren voor mij de pijnlijkste. Ook al ben ik geen vegetariër, toch voelde ik heel snel aan wat er op de roze bladzijden te gebeuren stond. Het vetmesten van de biggen, de rit naar het slachthuis en de slachting zelf ... alles wordt zo gedetailleerd uitgelegd dat ik toch even moest slikken. De humor werd in mijn ogen op dit moment sarcasme en leek bijna op propaganda om vegetariër te worden.

Na het lezen van dit boek ben je zeker en vast weer wat slimmer geworden en kreeg je stof tot nadenken. Ook de actie van de jongeren mag niet uit het oog verloren worden, wat zij organiseerden getuigt van lef, doorzettingsvermogen en creativiteit.