De tovenaar van Oz

Het verhaal over Dorothy's zoektocht naar de tovenaar van Oz, waarover iedereen in Oz spreekt maar die niemand ooit gezien heeft, is alom gekend uit eerdere publicaties en vooral door de verfilming. In deze uitgave trekken vooral de illustraties van Lisbeth Zwerger de aandacht. In haar kenmerkende stijl - spitse gezichten en bolle lichamen - en in zachte aquareltinten heeft ze getracht het verhaal te visualiseren. Ze heeft het in een nabeschouwing over de uitdaging die dit project voor haar betekende. Ook interessant is het voorwoord dat de auteur Frank Baum in april 1900 schreef. Hij wilde komaf maken met de sprookjes over "gevleugelde elfjes" en "dwergen en feeën" en "tegelijk met alle verschrikkelijke en bloedstollende gebeurtenissen die door de schrijvers (Grimm en Andersen o.a.) bedacht waren om een angstaanjagende moraal aan elk verhaal mee te geven." Ze zijn "verleden tijd", beweerde Baum. En hij voegde eraan toe dat "de moderne opvoeding de moraal al in zich heeft." Kinderen anno 1900 zouden volgens Baum alleen nog naar amusement zoeken in verhalen en "maar al te graag afstand doen van alle onaangename gebeurtenissen." Hij besluit: "Vanuit deze gedachte werd het verhaal van 'De Wonderbaarlijke Tovenaar van Oz' uitsluitend geschreven tot genoegen van de kinderen van vandaag." Al heeft het eerste deel van de stelling van Baum doorheen de twintigste eeuw alvast geen stand gehouden en al behoren klassieke sprookjes nog altijd tot het hedendaagse repertoire, in zijn opzet om de kinderen "genoegen te verschaffen" en "verwondering en vreugde te behouden", is hij zeker geslaagd. Ook deze uitgave is een plezier om te lezen en daarin heeft de voortreffelijke vertaling van Ernst van Altena een groot aandeel. Een echt cadeauboek!