De troetel van de Knuffelkoningin

De Knuffelkoningin is voortdurend in de weer met haar kroost. Al haar vertroetelen heeft wel iets weg van verwennen. De  drie ondeugende kinderen gaan hun wilde gangetje en als daarbij de persoonlijke knuffel, een hartvormig kussen, van hun koninklijke mama stuk gaat, stelt zich meteen een groot probleem. De arme dame lijkt ontroostbaar, zo erg zelfs dat zij in een depressie belandt. Zij zondert zich af met haar verdriet, waardoor haar kinderen zich geen raad weten. De koning zelf komt uiteindelijk met een verlossend voorstel. Hij zal samen met de kinderen de knuffel herstellen. Als de koningin het kussen opnieuw tegen zich aan drukt, is zij meteen weer de oude. Tijdens het lezen blijkt algauw dat dit mooie boek het eerder moet hebben van de prenten dan van het verhaaltje. Maar die tekeningen zijn wel meer dan de moeite waard. In haar vertrouwde stijl realiseert Kristien Aertssen een zorgvuldig uitgebalanceerd evenwicht tussen enerzijds de planmatige structuur met vlakke compositie en anderzijds de rijkdom aan gedetailleerde figuurtjes en geraffineerde beeldelementen. De vormentaal is luchtig en vrolijk. De scènes zitten boordevol visuele informatie. Het kleurgebruik is bijzonder subtiel. Hoewel erg kleurrijk zijn de prenten toch vooral een aaneenschakeling van gedempte tinten. In het paleis domineert het rood. De buitentaferelen worden in grote groene vlakken gegoten. En als het bedtijd wordt, verschijnen grijsblauwe, dicht tegen elkaar aanleunende tinten. Van bij zijn begin demonstreert dit boek een zorgeloos optimisme en het eindigt, afgezien van een droevig intermezzo, al even blijmoedig.