De verdwenen walvis

Rio woont met zijn mama in Londen. Omdat ze opgenomen wordt wegens mentale problemen, verhuist Rio noodgedwongen naar Californië. Daar zal hij opgevangen worden door zijn oma die zo goed als een vreemde voor hem is. Het contact tussen Rio’s mama en oma is immers al een hele tijd verwaterd. Hoe dat komt, wordt duidelijk tijdens het lezen. Rio nam veel zorg voor zijn mama op zich en voelt zich schuldig omdat het hem niet lukt om haar terug blij te maken. Als kind begrijpt hij niet waarom mama gespecialiseerde hulp nodig heeft, terwijl hij alles uit de kast haalde om haar te helpen. Al woont hij dan voorlopig even aan de andere kant van de wereld, hij blijft erg bezorgd om haar. De aanpassing in Californië verloopt dan ook erg moeizaam. 

Een album over walvissen dat vroeger van zijn mama was en Marina, een leeftijdsgenootje dat hij toevallig tegenkomt op het strand, brengen daar verandering in. De interesse in walvissen is geboren en dat maakt het leven een heel stuk makkelijker. De keer dat hij voor het eerst een echte grijze walvis ziet is dan ook een fantastisch moment. Rio’s plan is duidelijk: mama hield als kind van walvissen en het zullen die walvissen zijn die haar terug beter zullen maken. Gelijklopend wordt zijn fascinatie voor die dieren ook groter en groter. 

Witsnuit wordt zijn lievelingswalvis en dat bleek ook de favoriet van zijn mama te zijn. Lang gaat alles goed totdat Witsnuit van de radar verdwijnt. Er wordt een heuse reddingsoperatie opgezet.

Knap hoe Gold een fictief verhaal zo kan vertellen dat alles echt lijkt. Sowieso een pluim voor haar klassieke maar vlotte schrijfstijl al zit de non-fictie die in het verhaal verweven zit er zeker ook voor iets tussen. Zonder ook maar één keer belerend te zijn, leer je enorm veel bij over (het leven van) walvissen en helaas ook over de bedreigingen. Naast die verhaallijn zijn er ook die van de mentale moeilijkheden van zijn mama en de aanpassingsproblemen van Rio. Ook die worden hartverwarmend uitgewerkt. De auteur was me wel even kwijt toen de helende kracht van de natuur in een tweetal hoofdstukken uitgebreid aan bod kwam. Voor mij werd het iets te zweverig, maar dat is wel erg persoonlijk natuurlijk. De afwisseling tussen zwaardere, droevige en luchtigere, blije hoofdstukken is prima gedoseerd. Dat maakt dat het boek moeilijk is om weg te leggen.

Een pluim voor illustrator, Pinfold, mag niet ontbreken. De tekening op de kaft doet je sowieso al naar dit boek grijpen, maar ook de zeer gedetailleerde zwart-wittekeningen in het boek zorgen voor een grote meerwaarde. Ze verluchten en vullen het verhaal perfect aan.

Dit verhaal telt 41 korte hoofdstukken, wat het een ideaal voorleesboek maakt. Zelf lezen kan vanaf een jaar of tien maar oudere lezers zullen dit boek ook zeker appreciëren.