De vloek

Wendy Stroobant heeft al heel wat historische romans op haar palmares staan. Meestal werkt ze met één centraal personage tegen een bijzondere historische achtergrond. Zo schreef ze o.a. al een boek over een gevangenis in de negentiende eeuw (Engelenmoord), eentje over de Franse revolutie (Het beest) en eentje over een Franse castraatzanger uit de achttiende eeuw (Orfeo). Sommige van haar verhalen kennen al eens een minder moment, en hoewel haar research niet de allures van een Floortje Zwigtman heeft, zijn haar jeugdromans toch steeds stevig gedocumenteerd.
In haar nieuwste boek, 'De vloek', speelt het grootste deel van het verhaal zich af in het heden. De leerlingen van 5B worden op een blauwe vrijdag geconfronteerd met een nieuwe lerares geschiedenis. Ze vertelt een verhaal over Hendrikje, een vermeende heks die op de brandstapel gegooid werd. Voor Stella, Jelle, Dizzy en Arne is het net of ze er echt bij zijn. Na de les ontwaken ze, als uit een heel erg realistische dagdroom. De vrijdag erna gaat de les over de Vikingen en weer is het net echt. Jelle, die in een rolstoel zit, wordt van de boot gegooid door een paar medeleerlingen en is er helemaal ondersteboven van. Het gaat van kwaad naar erger met de jongeren van 5B. Zeker wanneer een aantal van hen gewoon verdwijnen, of in een andere gedaante naar school komen, met een andere naam. En wat is er aan de hand met hun ouders?
Het hele verhaal hier neerpennen zou onrecht doen aan de ware complexiteit ervan. Stroobant slaagde erin om het verhaal zo te structereren dat je er geen letter van wil missen. Het begint al in het eerste hoofdstuk, waar de overgang tussen realiteit (in de les zitten) en fictie (een heksenverbranding bijwonen) zo subtiel is dat je het bijna niet merkt, ook niet als lezer. De beleving van de personages wordt zo op een bijna meesterlijke wijze ook op de lezer geprojecteerd.
Een extra pluim wil ik graag geven omwille van het personage Jelle. Eindelijk durft een auteur het aan om een rolstoelgebruiker een volwaardige rol te geven. En nog belangrijker: ze slaagt erin om dit op een geloofwaardige manier te doen, zonder het onderwerp handicap op te dringen aan het lezerspubliek.
Een ongemeen spannend boek dat je aan het blad gekluisterd houdt tot het eind.