De wonderbaarlijke reis van Edward Tulane

Ooit woonde er in een huis aan de Egyptestraat een konijn dat bijna helemaal van porselein was gemaakt. (...) Het konijn heette Edward Tulane, en hij was groot. Op de puntjes staat een uitgebreide beschrijving van Edward. Dit is een verhaal met een begin dat je zo het verhaal intrekt. Edward is de troetel van het rijke meisje Abilene. Maar Edward is eigenlijk een gevoelloos konijn, hij is egocentrisch en narcistisch en heeft een massa eigendunk. Alleen de grootmoeder van Abilene schijnt hem door te hebben: "Jij valt me tegen", zegt ze als de familie per boot naar Engeland vertrekt. Op de avond voor het vertrek leest grootmoeder een verhaal over een prinses die van niemand hield. Het lijkt Edward op het lijf geschreven en in het verdere verloop van het verhaal blijkt het ook voorspellend te zijn voor wat er met het konijn zal gebeuren. Bij het voorlezen zijn er aanzetten van halve zinnen die door Abilene herhaald worden en die ook de lezer/luisteraar vasthouden. Tijdens de overtocht wordt Edward door twee jongens overboord gegooid. Tijdens zijn verblijf van 297 dagen op de oceaanbodem voelt Edward voor het eerst iets: hij is bang. Als hij uiteindelijk opgevist wordt, komt het tweede gevoel: hij is blij dat hij leeft. De vissersvrouw vangt hem liefdevol op, maakt nieuwe kleren voor hem en geeft hem een nieuwe naam: Suzanne. Bij Nellie leert hij ook luisteren als ze hem vertelt over haar gestorven zoontje. Maar door toedoen van de dochter van de vissers komt hij op een vuilnisbelt terecht. Edward voelt zich verdrietig, hij mist Abilene en de vissers. Bij de zwerver en zijn hond ontwikkelt Edwards gevoelsleven zich verder en hij wordt gelukkiger ondanks de soms penibele situaties. Na zeven jaar wordt hij ook van de zwerver gescheiden. Op p. 73 weet je als lezer dat het verhaal zich afspeelt in de V.S. Edward voelt zich hol en wanhopig. Hij wordt de troost van de zielige jongen Bryce. Hier leert Edward liefde, haat en ongelooflijk veel verdriet kennen. Uiteindelijk wordt hij door een boze restauranthouder kapotgeslagen en door een poppenmaker weer gemaakt. Edward heeft het leven leren kennen in al zijn diepten maar ook in zijn schoonheid, hij weet wat liefde is en ook hoeveel pijn verlies ervan met zich meebrengt. En net daarom neemt hij zich voor om nooit meer van iemand te houden. Maar dan gaat de winkeldeur open en ..." Er was eens, o wat een verrukkelijk eens, een konijn dat de weg terugvond naar huis." Een prachtig einde van een heel mooi, ontroerend, soms triest en af en toe grappig verhaal. De hoofdstukken worden heel vloeiend verbonden door de laatste zin van het voorgaande. Op p. 20 en p. 104 staat een drukfout. De tekeningen, in vierkant gevat, zijn zwart-wit en haast fotografisch, ze zijn ook zeer mooi. Dit is een uitstekend voorleesboek.