Die foto waar ik niet op sta

Bas en zijn nicht Fiebie brengen al van kindsbeen af hun vakanties door in het zomerhuis. Met hun beider ouders, oma en opa. Maar op één van die familiebijeenkomsten is er iets gebeurd tussen hen beiden, iets dat zo verschrikkelijk is dat alle contact verbroken wordt. Tenminste, dat is toch wat hun ouders denken. Want in het geniep zien Bas en Fiebie elkaar nog, en zien ze ook allebei hun opa. Drie jaar later verplicht opa zijn beide zoons opnieuw met vrouw en kind naar het zomerhuis te komen. Omdat hij een belangrijke mededeling heeft, en zelfs meer dan één, zoals zal blijken. Het hele boekje is een ontrafelen van het verleden en van de relaties tussen de zeven personages. Of acht, wanneer je de overleden oma meetelt, die nog zeer aanwezig is. Zoals in zijn eerdere boek ‘Mombakkes’ heeft Do Van Ranst maar zo’n klein aantal personages nodig, en dan nog binnen de vier muren van hetzelfde huis, om een meeslepend verhaal te vertellen, en op te bouwen naar de climax van het familiegeheim, of beter de onthulling daarvan. Maar het verhaal heeft niet dezelfde intimistische kracht.