Dit ei is van mij

Haas vindt op een zonnige dag een ei. Hij weet niet goed wat hij er mee moet doen en geeft het door aan Egel. Die begint met volle moed aan het broeden. Maar al vlug wordt hij gestoord door Mol. Mol neemt zijn taak over maar zit dadelijk met een probleem: hij kan niet zo goed tegen de zon en wil terug onder de grond. Hij vraagt hulp aan twee meesjes maar die zijn weer te klein. Eekhoorn schiet te hulp maar is te ongeduldig. Kikker waagt ook een poging maar glijdt steeds weg. Als Kikker op het punt staat het ei door te geven aan Meerkoet verschijnt Kip ten tonele. Ze is net op tijd om haar ei te zien uitkomen. Kip helpt een beetje en is dolgelukkig met het donzige kuikentje. Alle dieren die meegeholpen hebben, zijn er bij want ze voelen zich allemaal een beetje papa of mama. Het volledige verhaal staat op rijm. Elke illustratie wordt begeleid door twee zinnen. Soms is het wat overdreven: “Egel voelde in de grond/iets bewegen bij zijn kont” of “Het ei, zei Kikker, is te glad. Ik glij voortdurend op mijn gat.” Er wordt een ketting gevormd: het ei wordt steeds doorgegeven aan het volgende dier. Aan het eind van het verhaal komen ze allemaal weer samen. Op zich is dit leuk voor kleuters maar nieuw is het niet. Soms heb je de indruk dat de twee zinnen te weinig zeggen, een andere keer zijn ze weer overbodig. De illustraties zijn duidelijk. De figuren zijn zwart omlijnd, de kleuren zacht, realistisch en natuurlijk.