Dit is geen dagboek

Dit verhaal gaat over de zestienjarige Boudewijn (Bou). Enkele jaren na het overlijden van zijn moeder vervalt Bou in een depressie. Hij komt nauwelijks zijn bed nog uit en heeft nergens meer zin in. Zijn vader, die de wanhoop nabij is, stelt hem voor een ultimatum. Bou zal vanaf nu elke dag een stukje in een dagboek moeten schrijven en naar één van de cd’s die vader heeft uitgekozen moeten luisteren. Als hij dat niet doet, voelt pa zich genoodzaakt hem te laten opnemen.
Bou vindt dit alles nogal kinderachtig. Een dagboek bijhouden, dat is toch niets meer voor een zestienjarige. En dan nog luisteren naar die vervelende, saaie klassieke muziek!
Doorheen het boek merk je dat het dagboek voor Bou echt een uitlaatklep wordt voor al zijn opgekropte frustraties, angsten en onzekerheden. De zelfmoord van zijn moeder liet diepe wonden achter. Pluisje, zijn zevenjarige zus, is de enige waarbij hij enige rust kan vinden.
Dit verhaal grijpt je, en sleurt je mee tot het einde. Je kijkt binnen in de gevoelens, leefwereld van een zestienjarige puber die na de zelfmoord van zijn moeder totaal het spoor bijster is. Je voelt echt dat hij worstelt met de vragen die het leven hem voorschotelt: wie is hij, wat kan hij, waarom wou zijn moeder niet meer verder leven, heeft ze pijn gehad … Door zijn relatie met Pauline, zijn vriendinnetje, merk je ook hoe erg hij aan zichzelf twijfelt en hoe moeilijk hij het heeft om zich open te stelen naar anderen. Bang om gekwetst te worden.
Het verhaal is in dagboekstijl geschreven, wat maakt dat je nog directer betrokken wordt bij het hoofdpersonage. De chronologie is mij niet altijd even duidelijk. De dagen volgen elkaar wel op, maar soms lijkt wat hij opschrijft al enkele weken voordien te zijn gebeurd. Schrijft hij nu in het heden of schrijft hij herinneringen op? Maar dit verstoort echter niet het verhaal of het concept.
De klassieke muziek waar Bou dient naar te luisteren kabbelt als een beekje doorheen het verhaal. Ik lees er dan ook vluchtig over, omdat het naar mijn gevoel niet veel bijdraagt aan het verhaal. Wanneer je echter komt aan het hoofdstuk waarin Bou genoeg heeft van "dat gezeik van die Pergolesie" en zijn vader wat meer "ritmische therapiemuziek" vraagt, vallen ook hier de puzzelstukjes in elkaar.
Een aangrijpend boek over een puber voor pubers!