Dit was de plastictijd

Over een smerig soepzootje & jonge helden

Het volstaat om in de winkel, de bermen of de eigen PMD-zak te kijken om te beseffen hoeveel plastic er in omloop is. In 2015 werd wereldwijd maar liefst 400 miljard kilo plastic geproduceerd tegenover 2 miljard in 1959. Dat is 200 keer meer in 56 jaar tijd. Hoe zouden toekomstige generaties zoals een historicus-archeoloog en twee kinderen in 2132 terugkijken op dit tijdperk vol plastic? Die vraag is het originele uitgangspunt van dit non-fictieboek op initiatief van de Plastic Soup Foundation, een milieuorganisatie tegen plasticvervuiling. Dit boek kan zeker een ruim doelpubliek bereiken: kinderen natuurlijk, maar ook jongeren en volwassenen zoals leerkrachten. Dit was de plastictijd is een leerrijk en essentieel naslagwerk met helaas verschillende minpunten.

Veel informatie

De titel doet vermoeden dat er in 2132 van plastic geen sprake meer is. Dat is eerder verrassend niet het geval. Ook in 2132 is er nog steeds plastic. Het wordt zelfs als “een handig en mooi materiaal” beschouwd, zonder verdere uitleg evenwel. Hoe en waarvoor plastic in de toekomst wordt gebruikt, komen we vreemd genoeg niet te weten. Er worden wel meer belangrijke aspecten niet verder uitgediept. Het concept “bioplastic” bijvoorbeeld, dat is plastic gemaakt van planten en dus niet van de gebruikelijke vervuilende aardolie. Of de vaststelling dat 70% van alle stof voor kledij uit plastic (kunststoffen) bestaat. Een korte opsomming van de specifieke stoffen (bv. polyester en acryl) was handig geweest voor de lezers, zeker omdat kledij voor velen belangrijk is. 

De veelheid aan informatie wordt heel aanschouwelijk gebracht met tijdslijnen, schema’s, Q&A's en veel beelden. Dat is op zich goed gedaan, al kan het geheel wel druk ogen. Vooral de gecomponeerde foto’s zijn veelzeggend, zoals de foto van het "broodje plastic" met alle plastic verpakkingen voor één hamburger – ter info: het zijn er negen. Let zeker ook op de leuke schutbladen. De stevig aangezette illustraties daarentegen zullen wellicht niet bij iedereen in de smaak vallen en zijn ook veel minder krachtig dan de foto's.

Over plastic valt veel te vertellen. Lezers zullen ongetwijfeld veel bijleren. Dat is ook nodig om de omvang van het plasticprobleem te vatten. In alle sectoren, in alle landen (vooral in het Westen) en in heel veel dagelijkse producten – ook waar men het niet onmiddellijk verwacht, zoals in tandpasta en make-up – wordt plastic gebruikt. Een flink deel van de geproduceerde plastic kan evenwel nog niet gerecycleerd worden, o.m. door de versmelting van verschillende materialen in één verpakking. Wat wél gerecycleerd wordt, kan dan weer niet voor eender welk doeleind hergebruikt worden. Zo mag gerecycleerd plastic niet voor voeding gebruikt worden. Met andere woorden, de wereld van nu is vol wegwerpplastic, afgedankt en onbruikbaar plastic dat niet volledig kan vergaan want er blijven altijd micro- en nanoplastics achter. Tegelijkertijd is de reikwijdte van recyclage momenteel beperkt. De milieuvervuiling en de gevolgen voor dieren door achtergebleven plastic krijgen terecht veel aandacht – dat zal de jonge lezers zeker raken. Dit is dus de plastictijd waarin jij en ik nu leven. De feiten en cijfers zijn om van te duizelen en om beschaamd over te zijn. 

Hoop

Toch wil het boek ook hoop bieden. Zo zijn er overal ter wereld doodgewone jongeren die met lef en passie het enorme plasticprobleem aankaarten en met succes druk op overheden en bedrijven uitoefenen. Het zijn stuk voor stuk hartverwarmende getuigenissen. Dat ook overheden (bv. de Europese Commissie) een belangrijke rol kunnen/moeten spelen, mocht nog meer benadrukt worden. Ook wij kunnen ons plasticgedrag al aanpassen. Er zijn al tal van alternatieven voor het dagelijks leven voorhanden, zoals shampoobars, bubbelapparaten, houten wasknijpers en bloempotten in turf. Via de QR-code krijgen we nog andere tips, maar die zijn vrij algemeen en niet nieuw. Denk aan de herbruikbare fles, een eigen boodschappentas of minder plastic kopen.

Voorts wordt een hoopvol toekomstbeeld geprojecteerd: in 2030 is wegwerpplastic verdwenen en in 2050 wordt recyclage wereldwijd voor 99% toegepast. Dat is een prachtig vooruitzicht en laten we hopen dat het bewaarheid wordt, maar hoe komen we daar? Daarover geeft het boek eerder voorzichtig een richting aan, zoals statiegeld om bv. zwerfvuil aan te pakken, verboden van overheden, hergebruik en reparatie van producten en vooral inzetten op de volledige recyclage van plastic. Over het belang van minder consumeren (consuminderen) als deel van de oplossing wordt dan weer niets gezegd. De historische terugblik uit 2132 blijkt in de praktijk dan toch vooral een stand van zaken anno 2022. We kunnen immers niet in de toekomst kijken en weten nog niet wat de komende decennia zullen brengen. Hoever staan we bijvoorbeeld op technologisch vlak om voluit in te zetten op volledige (maar ook breed herbruikbare) recyclage? Is het bij de producenten een kwestie van (nog) niet kunnen of niet willen? Een belangrijk aandachtspunt dat niet nader wordt toegelicht. 

Minpunt

Boeiende informatie dus die evenwel op bepaalde inhoudelijke punten een scherpere focus verdiende. Het grootste minpunt is de ordening van alle informatie. Al te vaak staat de informatie als losse elementen door elkaar zonder duidelijke lijn of opbouw, en dus niet per thema – wat nochtans logisch en helder zou zijn. Zo gaat het van drie jonge Noord-Amerikaanse helden naar walvissen en dolfijnen over kledij tot plastic in meubels. Willen we een overzicht van plastic in het dagelijkse leven, de milieuvervuiling of concrete tips, dan moeten we dus het hele naslagwerk lezen of doorbladeren. Het is daarnaast behoorlijk onhandig om later specifieke gegevens op te zoeken. Ook de inhoudstafel en het register zijn geen grote hulp met vaak vage titels als “laat maar waaien” en “vroegpensioen” of vreemde trefwoorden als “hooi” en “slipper”. Met die losse structuur dreigt de belangrijke boodschap ook aan kracht te verliezen. Dat is zonde want in essentie is dit een boek dat door zoveel mogelijk mensen moet gelezen worden.