Donderkat

Gaby, Michael en hun ouders zitten rustig aan de ontbijttafel wanneer plots de ramen beginnen te trillen door een krankzinnig harde knal. Het kippenhok van meneer Dogger (de achterbuurman) is ontploft. In een regen van bloed en verkoolde veren valt er een halve kip in hun tuin. Vanaf dat moment volgt de een na de andere ontploffing in de stad. De bikiniwinkel, het benzinestation, het hamburgerrestaurant, de bank, ... alles gaat eraan. En telkens is er een roodharige kat met handjes in de buurt te bespeuren.
Gaby en Michael gaan op onderzoek uit en het is allesbehalve rozengeur en maneschijn wat ze ontdekken. Meneer Perskot bijvoorbeeld vijlt de tanden van zijn biggen, knipt hun staarten en balletjes af zonder verdoving. Meneer Pi Pu uit China laat kinderen van tien jaar in zijn snikhete, benauwde, lawaaierige fabriek vol gevaarlijke machines werken. Meneer Bengbuk is wapenhandelaar en zo zijn er nog wel een paar schurken.
Thema's zoals mensenhandel, oorlog, slavernij, dierenmishandeling, kinderarbeid, wapenhandel en moorden worden uitvoerig besproken. Ik vraag me wel stilletjes af of dit niet al te veel onderwerpen zijn om in één boek te behandelen ... al gebeurt dat dan op een behoorlijk absurde manier.
Het boek sluit af met "wat ik nog even wilde zeggen". Hier wil de schrijver de lezer nog een extra les meegeven zoals het feit dat er helaas landen bestaan waar kinderen 'gestolen' worden. Zo is het ook aan te raden om uw spaargeld op een 'eerlijke bank' te zetten en het is af te raden om zelf bommen in elkaar te knutselen en tot ontploffing te brengen TENZIJ er een ervaren en verantwoordelijke volwassene bij is. Maar ja, vind maar eens een verantwoordelijke volwassene.