Dooie Dino's/ Steengoed die steentijd

omkeerboek

Hier heb je twee boeken samen, elk van een andere auteur en geïllustreerd door een andere illustrator. Ik bespreek ze chronologisch, dus eerst 'Dooie Dino's'. In een inleiding probeert de auteur de blijvende belangstelling voor dieren die al zolang uitgestorven zijn te duiden. Hoe werden de sporen van de eerste dino's gevonden? Het begon in 1822 bij een Engels plattelandsdokter met grote interesse in fossielen. Zijn vrouw, die de tekeningen maakte bij het boek dat hij erover schreef, vond bij wegwerkzaamheden vreemde fossielen, volgens dokter Mantell afkomstig van een vreemd dier. Hij werd niet geloofd. Pas twintig jaar later, toen er nog meer dergelijke fossielen gevonden waren, hechtte men geloof aan het verhaal van Mantell. Men geloofde dat er miljoenen jaren voordat de mens verscheen enorme reptielen hadden geleefd. Sindsdien is de belangstelling voor dinsauriërs niet meer gestopt. De vraag naar de reden van hun verdwijning hield/houdt talrijke wetenschappers bezig. Op fiches worden de verschillende dino's en hun leefmilieu gesitueerd. Er was een grote variatie tussen de dino's, niet alleen in uitzicht, ook in eetgewooonten. Misschien is het feit dat men bij dino's alleen kan uitgaan van sporen en beenderen e.d. uitdagend. Het boek besluit met dino-vondsten veraf en dichtbij, bijv. in Bernissart en in de streek rond Maastricht. Zoals gewoonlijk in deze reeks is de tekst pseudo-wetenschappelijk en luchtig van toon. De illustraties met tekstballonnen verlevendigen het geheel.
Als je het boek omkeert, ga je een miljoen jaar geleden terug in de tijd naar de prehistorie maar wel lang nadat de dino's al verdwenen waren. Na een evolutie die miljoenen jaren duurde, ontwikkelde zich uit een mensaap de eerste mens: de homo sapiens met grotere hersens. De resten van de oudste homo sapiens zijn gevonden in Eritrea. Aan de hand van hun werktuigen, hun manier van wonen en eten kan men de evolutie van de prehistorische mens min of meer reconstrueren. Enkele niet al te smakelijke menu's tonen hoe een oermaaltijd er zou kunnen uitzien hebben. Met elk nieuw werktuig of materiaal veranderde de levenswijze van de mensen. Van een jagend en zwervend bestaan gingen ze over tot vestiging in vaste woonkernen, communiceren deden ze soms met grotschilderingen. Later gingen ze hun doden begraven en gaven ze grafgiften mee, die op hun beurt weer veel vertellen over de levenswijze van deze mensen. Omdat in de prehistorie geschreven bronnen ontbreken, trachten archeologen de geschiedenis te reconstrueren aan de hand van opgravingen. Dat vergissingen voor de hand liggen lijkt logisch maar met de moderne technologische middelen als koolstofdatering wordt het gemakkelijker om een vondst te dateren. Maar er blijven ongetwijfeld nog heel wat sporen uit het verleden verborgen.
Beide boeken behoren tot dezelfde reeks en zijn opgevat volgens hetzelfde concept. Het zijn interessante opstapjes om belangstelling te wekken voor een periode die al zo lang achter de rug ligt.