Doornroosje

'Doornroosje' is zonder twijfel een van de meest geïllustreerde sprookjes. De spanning tussen de goede feeën en de boze, Doornroosje die zich prikt, het paleis dat in slaap valt, de prins die door de doornenhaag heen dringt en de verlossende kus spreken tot de verbeelding.
Valeria Docampo kiest voor een schattige hoofdfiguur, met amandelogen, blond golvend haar, een rond gezicht, een klein neusje en mondje met volle lippen. Door haar af te beelden te midden van rode bloemen, krijgt ze iets extra idyllisch. De goede feeën tekent ze met een vleug humor: ze dragen enorme pofbroeken, overdreven lange toverhoeden en sommige ook een reusachtige bril. De boze fee contrasteert daar scherp mee: haar jurk is paars en strak, haar bezem krom, met takken die kronkelen als haar haren en natuurlijk een haakneus met een wrat. De mannen in Docampo’s prenten zijn verre van helden: de koning is een gezellige dikkerd en de prins een verlegen slungel.
Indrukwekkend is Docampo’s gebruik van kleur en perspectief. Door de boze fee groter af te beelden dan de goede, ziet ze er indrukwekkender uit. Het contrast wordt nog versterkt door de sombere kleuren. De centrale scène waarbij Doornroosje in slaap valt, bekijkt de illustratrice vanuit vogelperspectief, waardoor de heldin nietiger en hulpelozer wordt. Het happy end baadt in een geel licht, met Doornroosje en haar prins boven op een toren.
Al laten vooral het kleurgebruik en de gekozen perspectieven Docampo’s talent zien, toch missen haar illustraties vaak de expressiviteit en de diepgang die het werk typeren van Benjamin Leroy en Rebecca Dautremer, met wie ze duidelijk verwant is. De sterk geromantiseerde figuren flirten soms met het cliché waardoor ze wel aantrekkelijk zijn, maar de kijker tegelijk onberoerd laten.
Origineel is het laatste deel van het boek, dat ingaat op het ontstaansproces van de illustraties, met schetsen en korte uitleg over de manier waarop Doornroosje en de andere personages vorm kregen. Het biedt een fascinerende kijk op het werk van de illustratrice en vormt tegelijk een originele aanvulling op de beeldende kracht van het sprookje.