Drenkeling op Drakeneiland

Na 'Overleven op Drakeneiland' en 'Strijd om Drakeneiland' is dit het derde boekje in de reeks over het jongerenstrafkamp. In elk van de boekjes speelt een ander personage de hoofdrol. In dit boek is het Jakko, de wat introverte geitenhoeder. In het vorige verhaal had hij zich bij de Dragonders aangesloten en daardoor heeft hij weinig vrienden op Drakeneiland, behalve Dana. Samen met haar werd hij wegens brandstichting naar Drakeneiland gestuurd en ze delen een huisje. En er is ook nog Moon op wie hij stiekem een oogje heeft, maar die hem geen blik gunt. Jakko is vrij negatief ingesteld, maar zou er toch graag bijhoren en hij mag er niet aan denken dat het eiland zou worden opgedoekt. Dan moet hij terug naar zijn moeder met haar vriend van wie hij een grondige afkeer heeft. Die kans zit er wel in wanneer hij bij de Verboden Baai een drenkeling aantreft, die na een storm is aangespoeld. Samen met Dana gaat hij hulp halen, maar wanneer ze bij het strand aankomen is de Man weg. Hij dwaalt rond op het eiland, doet gewoon waar hij zin in heeft en begint iedereen te commanderen. De kinderen die niet gewoon zijn dat er een volwassene op het eiland vertoeft, weten niet wat hun overkomt. Bovendien slagen ze er niet meer in contact op te nemen met het vasteland. De bazige Man luistert niet en doet erg denigrerend als de kinderen hem op de Wetten wijzen. Zelf begint hij andere wetten uit te vaardigen en laat iedereen voor hem opdraven. Jakko wil er een eind aan maken, zodat alles weer zou worden als voorheen. Wanneer de tweeling de reddingsboot steelt om samen met de Man van het eiland te ontsnappen, grijpt Jakko in. Hij toont zich een ware held, maar of de anderen dat ook zo zien, is nog maar de vraag. Net zoals in de vorige boeken is het verhaal vlot leesbaar, origineel, avontuurlijk en er zit vaart in. De personages zijn echter oppervlakkig, de karakters weinig uitgediept en in dit deel is de negatieve toon (Jakko voelt zich buitengesloten) soms storend. De volwassene die hier een rol speelt, is een ware karikatuur die alles doet waar kinderen een hekel aan hebben. De hoofdstukken zijn kort en hebben elk een titel. Zwart-witte pentekeningen illustreren de tekst. Op het einde van het boek krijg je al een voorproefje van het volgende verhaal.