Drie kleine wolfjes en het vreselijk valse varken

Drie kleine, lieve wolfjes verlaten het ouderlijke huis. Mama vindt dat ze groot genoeg zijn om een eigen stek te bouwen en raadt ze aan goed uit te kijken voor het vreselijk valse varken. De wolfjes bouwen een stenen huis, maar al vlug daagt het varken op en vernielt hun bouwwerk. Volgend project wordt dan maar een betonnen huis, maar het varken gaat het met een drilboor te lijf. Weer vluchten de wolfjes en ze beginnen aan een huis van staal en metaal. Toch weet het varken dit ook aan te pakken. Hij laat het hele huis ontploffen. De wolfjes besluiten dat het aan hun manier van bouwen ligt en gooien het over een andere boeg. Ze maken een huis van bloemen: narcissen, rozen, boterbloempjes, … Weer verschijnt het vernielzuchtige varken maar dat wordt zo bedwelmd en betoverd door de geur van al die bloemen dat zijn hart ervan smelt. Hij komt tot het besef dat hij zich heel slecht gedragen heeft. Het varken komt tot inkeer en wil nu graag verdergaan als een vreselijk vriendelijk varken. Hoewel de wolven aanvankelijk wat wantrouwig zijn, zien ze toch dat het varken echt veranderd is. Het varken neemt zijn intrek bij de wolfjes en zo leven ze met zijn vieren nog lang en gelukkig. Een bekend verhaal dat lichtjes gewijzigd werd, creëert nogal wat verwachtingen. Geboeid kijk je uit naar die speciale wending in het verhaal, maar dat is wat ontgoochelend. Ook het brute, zinloze geweld en de agressie worden nogal breed uitgesmeerd. Het einde is net wat te melig.