Het idee voor dit boek ontstond toen Arend van Dam en Alex de Wolf hun vorige bundel ‘De geschiedenis van Nederland in vijftig voorleesverhalen’ schreven. Ze stelden lijsten op van alle landen die ze hadden bezocht, lijsten met plekken waarover ze veel hadden gehoord en gelezen en een lijst met wereldwonderen en werelderfgoed. Met de wereldkaart op tafel wezen ze elkaar de mooiste plaatsen aan en vertelden ze elkaar waarom die zo bijzonder voor hen zijn. Zo ontstond een selectie van vijftig verhalen over plekken, evenredig verspreid over de verschillende werelddelen, waarvan ze allebei vinden: ‘Als je de kans krijgt, moet je daar echt eens gaan kijken.’ Sommige verhalen spelen zich af in het verleden, andere verhalen situeren zich in deze tijd. Ook wat locaties betreft werd er gekozen voor een grote variëteit. Vooraan in het boek vertrekt de inhoudsopgave vanuit de verschillende werelddelen. Achteraan tref je een overzichtelijke wereldkaart, daarop staan alle plaatsen die in het boek voorkomen. Deze wereldkaart werd nog een keer hernomen op een uitklapbare poster. Hierop zijn land en plek voorzien van een korte informatieve tekst. Op een verhalende manier laat de schrijver lezer en luisteraar kennis maken met stukjes van de wereld en biedt hij informatie aan die al lezend beleefd kan worden. De illustraties sluiten hier mooi bij aan. Schilderingen zetten kleine accenten uit het verhaal in beeld en ondersteunen zo subtiel het voorstellingsvermogen. De poster nodigt uit tot kijken en situeren. De verhalen laten zich prettig voorlezen waardoor ze zeer geschikt zijn om kinderen nieuwsgierig te maken naar wat er in de wereld te zien is.