Een vampier van niks

Jonas heeft zich mooi uitgedost. Gekleed in zijn zwarte cape staat hij met zijn ouders en zijn zes broers klaar om uit te vliegen. Zij zijn immers vampiers! Ze hebben allen zwart, naar achteren gekamd haar. Jonas heeft als enige in het gezin warrig en rood haar. Samen met zijn papa vliegt Jonas naar de burgemeester. Die heeft immers lekker bloed! Jonas heeft als opdracht het dochtertje te bijten, maar al heeft hij het al duizend keer geprobeerd, het lukt hem maar niet. Zijn slachtoffers worden altijd wakker. Nochtans moet hij vóór zijn tiende verjaardag iemands bloed drinken of hij kan geen vampier meer worden. Zijn ouders hebben al alles geprobeerd, zelfs een nieuwe bril ... Op school weet niemand dat zijn ouders en broertjes vampieren zijn tot ... een vriendinnetje zijn geheim ontdekt. Samen zoeken ze uit waarom het maar niet lukt. Een beugel brengt de oplossing: zijn tanden stonden niet recht!
Een grappig en spannend griezelverhaal over een jongetje dat een vampier van niks lijkt te worden, maar dankzij een vriendinnetje  er toch in slaagt zijn opdracht te volbrengen. In het boek kom je ook te weten dat vampieren in een doodskist slapen, onzichtbaar zijn op foto's, geen spiegelbeeld hebben, graag bloedworst eten ... Alle bekende clichés worden op een relativerende manier in het verhaal verwerkt. Op de zwart-wittekeningen vormt de oranje gekleurde haardos van Jonas een prettig detail. Voor acht- à negenjarigen die hun eerste stappen zetten op het griezelpad is dit best een boeiend verhaal.