Elmo en de winterslapers

Samen met zijn oma en zijn hond Tuur woont Elmo in een vuurtoren. Als hij op een ochtend wakker wordt, heeft het gesneeuwd. De hele dag speelt hij buiten. ’s Avonds neemt oma de geit en de kip mee naar binnen, want het gaat vast nog meer sneeuwen. Inderdaad: de volgende dag ligt de sneeuw een meter dik. De dieren krijgen het koud en komen naar de vuurtoren om een warm plekje te zoeken: vogels, konijnen, vleermuizen, egels, enzovoort. Elmo geeft ze allemaal een bedje op de trap, maar na een tijdje wordt de vuurtoren wel erg vol. Bovendien hebben de gasten allemaal andere gewoonten: de een slaapt 's nachts, de ander overdag. Oma is ook niet blij meer, want het ruikt muf, overal liggen keutels en het eten raakt op. En dan komt er ook nog een vos bij ... Dit is het derde prentenboek over Elmo. De tekst is vlot geschreven in korte zinnen. Het thema is herkenbaar en door de vele dieren heel leuk voor kinderen. Wanneer de vos zijn intrede doet in het verhaal, wordt het zelfs een beetje spannend. Hij is ongehoorzaam en Elmo verdenkt hem ervan Meeuw opgegeten te hebben. Elmo jaagt hem het huis uit, maar gelukkig gaat het om een misverstand en om het goed te maken mag vos zolang blijven als hij wil en zelf een slaapplaats kiezen. Wanneer de sneeuw smelt en alle winterslapers het huis verlaten, blijft er eentje over. Wie zou dat wel zijn? Het geheel is sfeervol en kleurrijk geïllustreerd. De prenten vullen afwisselend een hele of dubbele bladzijde en er ze zitten boordevol leuke details.