'Heppie Kemper' is het derde boek in de reeks van Elvis Watt, een jongen die met zijn moeder in Sonsbeek woont. Hij had een grootvader die miljonair was en na zijn begrafenis bleek dat hij alles aan Elvis had nagelaten. Maar rijk zijn is niet alleen maar leuk, er zijn ook verplichtingen die je moet nakomen, zoals belastingen betalen. Helaas voor Elvis had zijn opa dat al jarenlang geweigerd en moet Elvis nu alles betalen. Al gauw wordt de villa met het zwembad verzegeld. Maar voor dat gebeurt, maakt Elvis de kluis nog leeg en vindt daar naast massa's geld ook een brief. Daarin schrijft zijn opa dat het zijn schuld is dat zijn papa verdwenen is. Dit zorgt ervoor dat zijn moeder het noorden kwijtraakt en in een opwelling een reuzegrote camper koopt om te gaan zoeken naar de vader van Elvis. Het wordt een avontuur van begin tot einde. Met soms ongeloofwaardige stunts en avonturen die erg voorspelbaar zijn, maar uiteindelijk blijft het boek wel boeien en vlot lezen. Elvis Watt wordt dan ook heel mooi beschreven als een jongen van vlees en bloed, die ontzettend veel om zijn familie geeft en die zich tegelijkertijd afvraagt of rijkdom nu goed of slecht is. Hij ziet mensen veranderen, wil naar huis als hij op reis is en heeft soms zelfs heimwee naar zijn mama die tegen de plantjes praat in haar tuin. Het verhaal op zich is vrij banaal en vol fantasie, maar de schrijfster heeft er wel voor gezorgd dat je je soms zelf begint af te vragen wat je nu werkelijk het liefste hebt en wat voor jou rijkdom betekent. Fijn vind ik dat op de eerste bladzijden de portretten zijn getekend (en ingekaderd) van de personages die een rol spelen in het boek en op de laatste bladzijden een plattegrond is getekend van het dorp Sonsbeek. Doorheen het hele boek zijn er illustraties voorzien, wat het boek aantrekkelijk maakt voor kinderen die iets minder vlot lezen.