Feun en het wolvenmeisje

Na ‘Feun en de vloek van de sjamaan’ en ‘Feun en de geest van de rode dood’ is dit boek het derde en laatste deel in de Feun-reeks Als de sjamaan van de rendierstam sterft, volgt Feun, de oudste dochter van Merrit de medicijnvrouw, hem op. Ze verzorgt het begrafenisritueel van haar voorganger. Op de wand van de grot maakt ze een schets van een mammoetkoe opdat de jacht voorspoedig zou verlopen. De jagers keren met veel buit terug naar huis, maar hun leider is dood. Iemand van de stam heeft hem vermoord. Ruziestoker Gorb wordt verdacht. Hij wil de baas worden van de stam. Uiteindelijk wordt de jonge jager Varn, vriend van Feun, de nieuwe leider. Gorb wordt weggejaagd. Op een nacht keert hij terug om Feun te doden. Feun wordt gered door de wolf van Mirre, een meisje van een vreemde stam. Mirre mag met haar wolf bij de rendierstam blijven. Ook dit deeltje is een boeiend verhaal uit de ijstijd. Feun, Mirre en de andere leden van de stam zien dieren niet enkel als voedsel, maar proberen ze ook te temmen. Op pagina 33 lezen we: ‘Kesse werd rood als een pioen.’ Dit beeld lijkt me minder goed gekozen voor die periode.