Fikkie

Tuur is binnenkort jarig. Hij wordt negen en hij weet al wat hij als cadeau wil: een hond. Maar mama ziet dat helemaal niet zitten: veel te veel werk en er is bovendien geen plaats voor een hond. Tuur en mama zijn onlangs verhuisd sinds papa hen heeft verlaten. Van papa hoopt Tuur een verjaardagskaart te krijgen, maar weet papa het nieuwe adres wel? Wanneer mama voet bij stuk houdt en er geen hond in huis komt, neemt Tuur dan maar een onzichtbare hond: Fikkie! Tuur gaat ver in zijn fantasie: hij geeft Fikkie eten, doet hem in bad, gaat met hem wandelen. Mama speelt het spel mee. Nu heeft Tuur een afspraakje met zijn vriendinnetje Lucca, waar hij stiekem verliefd op is. Zou hij Fikkie dan ook menemen? Tijdens dit afspraakje raakt hij Fikkie uit het oog. Fikkie is kwijt. Tuur kan niet slapen van verdriet. Gelukkig komt een vriendelijke dame aanbellen en ze brengt Fikkie terug. Heel grappig hoe de mama dit spelletje blijft meespelen. Wanneeer de nieuwe vaas sneuvelt, is ook dat Fikkies schuld.
Ik denk dat kinderen zo in dit fantasieverhaal opgaan dat ze op een bepaald moment niet meer weten of die hond nu echt is of niet. Alles wordt heel geloofwaardig gebracht, vooral bij het terugbrengen van de hond. Dit is een heel vlot geschreven fantasieverhaal. De korte hoofdstukken lezen gemakkelijk. Het thema is herkenbaar: Mama die op zoek is naar een man en Tuur, die zoekt een vriend. De fantasie van Tuur gaat soms een beetje ver. Maar kinderen gaan graag mee in deze fantasiewereld. De zwart-witillustraties maken het geheel nog aantrekkelijker.