Florian Knol

Florian (tien jaar) is enig kind. Hij heeft ouders die hem op een volwassen manier bij alles betrekken. Op een dag zit er plots een mus op zijn hoofd, Nico. Door Nico verandert er heel wat in Florians leven. Katja (elf jaar) wordt zowaar verliefd op hem. Florian, die nogal filosofisch ingesteld is, weet zich er geen raad mee. Nico blijkt ook nog aan een ander hoofd de voorkeur te geven, namelijk dat van mevrouw Raaphorst. Mevrouw Raaphorst, die ze oma gaan noemen, is vergeetachtig. " 'Theezakjes,' mompelde mevrouw Raaphorst. 'Theezakjes.' Ze zag eruit als een kind dat plotseling een beurt krijgt in de klas. Ze is bang, dacht Florian.... Ze was bang in haar eigen huis. Dat leek Florian zo'n beetje het ergste wat er bestond." (p.36) En vanaf dat moment gaat Florian elke dag bij mevrouw Raaphorst langs. Hij komt er ook achter dat Katja het thuis moeilijk heeft. De kinderen hebben zich voorgenomen om te beletten dat mevrouw Raaphorst naar een bejaardentehuis moet. In korte hoofdstukken wordt niet alleen een raak beeld geschetst van wat dementie is, een heleboel andere actuele problemen worden zijdelings aangeraakt. Kuijers rake manier van verwoorden komt tot uiting in de filosofisch ingestelde Florian. Een voorbeeld: de stiefvader van Katja drinkt al om vijf over acht 's morgens bier "omdat hij durft te leven". (p.79) En op p.97-98 denkt Florian na over vergeten: "Florian begon, of hij wilde of niet, te denken aan meneer Alzheimer. Dat kwam doordat Jelle had gevraagd waar het vergeten zat. Je had twee soorten vergetens: 1.het gewone vergeten, als je bijvoorbeeld vergeten bent waar je je sokken hebt gelaten en het dus aan je moeder moet vragen 2. het rare vergeten, als je bijvoorbeeld vergeten bent waar je woont, hoe je vader en moeder heten of waar je geboren bent. Meneer Alzheimer had uitgevonden dat sommige oude mensen gaten in hun hersenen krijgen waar alles in verdwijnt. Het kon ook de gekkekoeienziekte zijn, dat wist Florian niet meer. Als hij mocht kiezen had oma de gekkekoeienziekte, want een koe kon je gemakkelijk onthouden en meneer Alzheimer had geeneens een straat." Dit citaat is tevens een voorbeeld van de grillige gedachtesprongen in het boek. Aan het eind valt alles in de plooi: oma blijft thuis maar krijgt professionele hulp, Katja is akkoord om het bij vriendschap en geen verkering te houden en Florian krijgt een konijn. Het is een ontroerend en charmant verhaal maar soms had ik de indruk dat de auteur er iets te veel heeft willen instoppen. Dat geeft een van-de-hak-op-de-takgevoel. Maar Kuijer blijft één van de beste in ons taalgebied.