Gek van een eiland

Wout gaat met zijn moeder een weekje naar het Friese eiland Terschelling. Het zou een ontspannende reis moeten worden, na een voor hen beiden verdrietige periode. Wouts papa heeft hen verlaten en is bij zijn vriendin in Rio de Janeiro gaan wonen. Wout mist hem erg maar mama mijdt liever dit onderwerp en is boos op papa. Wanneer ze aankomen in het vakantiehuisje doet Martje, de eigenares, heel vreemd en kortaf tegen hen. In tegenstelling tot haar mooie dochter Johanna. Wout heeft onmiddelijk aandacht voor haar. Wout ontdekt dat de verhouding tussen Martje en Johanna totaal het tegenovergestelde is van zijn verhouding tot zijn moeder. Wout en mama zijn echte vrienden en Wout heeft de indruk dat Martje haar dochter haat. Wout gaat geregeld op stap met Johanna, die hem het eiland toont. Mama is zelfs een beetje jaloers. Wout moet stilletjesaan een beetje afstand nemen van z'n moeder, hoe moeilijk dat ook is. Johanna vertelt aan Wout hoe het eigenlijk komt dat haar verhouding met Martje zo slecht is: na het verongelukken van haar zoon heeft ze Johanna geadopteerd maar Johanna kan nooit zijn plaats innemen. Bovendien lijkt Wout sprekend op haar zoon. Vandaar dat Wout geregeld gevolgd werd door Martje. Wout probeert Martje te helpen in het verwerken van het verdriet en ook Johanna een plaats te geven in Martjes hart.
Wout neemt ons mee naar prachtige plaatsen op het eiland. Het lijkt alsof je zelf deze plaatsen ontdekt. Je kan je als lezer een mooi beeld vormen van het eiland. De Friese zinnen die Martje nog gebruikt, vind je achteraan in het boek vertaald terug. In het verhaal wordt verwezen naar andere geschiedenissen en vertellingen over het eiland. Het verhaal van de heks Ritskemoei en haar zoon Sjoerd lijkt sterk op het leven van Martje. Dit is de legende waarop het boek gebaseerd is. Je vindt het terug achteraan in het boek. Deze aangrijpende jeugdroman is een verhaal van en vol verhalen.