Groeten uit Londen

In deze tijden waarin je de tv niet kan opzetten zonder om de oren geslagen te worden met woorden als terrorisme, terroristische dreigingen, aanslagen en dergelijke meer, is het eigenlijk verbazingwekkend dat er nog geen stortvloed aan jeugdromans omtrent het thema is verschenen. Blijkbaar vormen Harry Potter en aanverwante fantasiewezens een lucratiever segment in jeugdboekenland. Maar goed, de Nederlandse Joyce Pool waagt zich dus wel aan dit ongelooflijk actuele thema. De zestienjarige Jamal krijgt tijdens een werkweek in Londen door een stel Pakistaanse mannen een boek in zijn handen geduwd. Dat boek is echter een gecamoufleerde bom en zowel Jamal als zijn vriendin Sanne worden gearresteerd. Sanne kan de cel al snel verlaten, maar Jamals nachtmerrie is nog niet voorbij. De ondervragingen zijn slopend, elk detail van zijn leven wordt naar boven gespit: wie zijn zijn vrienden, gaat hij regelmatig naar de moskee, praten hij en zijn vrienden over het geloof, kent hij geen fundamentalisten ... Al snel begrijpt Jamal dat zijn Marokkaanse achtergrond hem tot een potentiële terrorist maakt. Woede, onmacht en verbittering overvallen hem in de cel. Terwijl Sanne en haar school in Nederland actie ondernemen tegen dit onrecht, trekt Jamal zijn hele leven in twijfel. Na zijn vrijlating zal hij niet meer de Jamal zijn die hij was ... De gevoelens van zowel Jamal als Sanne worden goed weergegeven. Afwisselend komen beide hoofdpersonages aan bod. Hun verwarring en vertwijfeling over wat hen overkomt zijn treffend beschreven. Het is wrang te beseffen dat dergelijk verhaal niet uit de lucht is gegrepen. Dat mensen met een ander kleurtje vandaag de dag iets wantrouwiger worden bekeken dan vroeger is nu eenmaal een feit. Nergens is wat Jamal overkomt ongeloofwaardig te noemen. Hij die vroeger nooit stilstond bij zijn afkomst wordt daar nu hard mee geconfronteerd. Doorheen het verhaal lijkt het wel alsof hij zich inderdaad gaat terugplooien op zijn afkomst en religie en de gewone Nederlandse maatschappij, inclusief zijn tot dan toe stabiele relatie met Sanne, de rug wil toekeren. Of dat zo is, kom je niet te weten, het verhaal heeft een open einde. Storend is dat niet, in tegenstelling tot de wel erg Nederlandse context voor de Vlaamse lezer. Zo is Mozart al een tijd kassiewijle (overleden dus) en Ali B. is net als bepaalde wel erg uitgesproken Nederlandse uitdrukkingen hier in Vlaanderen een nobele onbekende. Dat Sannes moeder afwisselend Ineke en Tineke heet, getuigt ook van een slordigheid die ik niet verwacht van Lemniscaat. Dat er daarnaast de haast obligate thema’s betreffende allochtonen zoals gearrangeerde huwelijken en de cliché conservatieve vader die alle heil in het geloof ziet ook nog aangeraakt moeten worden, is misschien net iets van het goede teveel. Toch een boek dat kan aanzetten tot interessante discussies en ons confronteert met onze, soms nergens op gebaseerde, denkbeelden.