Grote Beer Kleine Beer

Kleine Beer wil zo groot worden als zijn moeder. Moeder Beer zal hem eens laten zien hoe het is om groot te zijn. Je moet hard kunnen rennen en zwemmen. Kleine Beer is vol bewondering voor zijn moeder. Moeder Beer brengt Kleine Beer op haar rug terug naar hun hol, ze zijn allebei moe van al dat stoeien. Kleine Beer komt tot het besluit dat hij niet te vlug groot wil worden. Ook Moeder Beer vindt haar beertje precies goed. En lekker knus tegen de vacht van zijn moeder, valt Kleine Beer in slaap. De zachte velletjes van Moeder Beer en Kleine Beer kan je het hele boek door voelen. Dit is misschien leuk voor jonge kinderen. Voor het overige zijn de prenten nogal saai: steeds de twee ijsberen tegen een egale en weinig uitgewerkte achtergrond. Het verhaal brengt ook weinig nieuws.