Grote Beer, Kleine Beer

Kleine Beer wil graag net zo groot zijn als zijn mama. Maar ook al gaat hij helemaal rechtop staan, toch is hij nog lang niet zo groot als zijn mama. Hij is ook nog niet zo snel en kan ook nog niet zwemmen. Samen met mama stoeit, rent, vliegt en rolt hij in de sneeuw. Kleine Beer vindt dit zo leuk dat hij het toch fijn vindt om nog een tijdje klein te blijven en dicht bij zijn mama in slaap te vallen.
Stevig kartonboekje met een zachte kaft. Op de voorzijde zijn de titel en de sneeuwvlokjes met licht reliëf aangebracht waardoor je ze tactiel kan waarnemen. Dit schept verwachtingen voor de inhoud, maar eens je het boekje openslaat, zie je enkel gewone afbeeldingen van water, ijs en sneeuw met mama en kleine ijsbeer. Er zit zeer weinig variatie in de afbeeldingen, behalve lichte kleurschakeringen, de houdingen en de mimiek van de ijsberen. Het zijn echter de typische afbeeldingen die je in zoveel boekjes over ijsberen ziet.
De inhoud gaat vooral over het fysieke groot worden en wat je motorisch dan allemaal kan. Hoe het voelt om groot te zijn komt niet echt aan bod. Alleen omdat het zo fijn is om met mama te stoeien, vindt kleine ijsbeer het toch niet zo erg dat hij niet groot is. De verhaallijn is zeer beperkt.
De tekst is eenvoudig, maar de voorlezer moet door zijn intonatie verduidelijken wie aan het woord is opdat de kinderen zouden kunnen volgen. Door de afwisseling tussen verhalend en citerend schrijven is het niet echt gemakelijk om dit boekje voor te lezen. Het woordgebruik is echter wel zeer eenvoudig.