Guus

Guus is dertien en haat school. Hij is al twee keer blijven zitten en het vooruitzicht van een nieuwe schooldag geeft hem buikpijn. Bovendien maken zijn ouders de hele tijd ruzie. De enige waar hij mee kan praten is Opa. Hij stimuleert Guus om te geloven in wat hij wel kan. Guus is namelijk erg handig. Wanneer hij weer eens een slecht rapport heeft en hij na een incident van school wordt gestuurd, roept zelfs Opa hem op het matje. Het wordt tijd dat Guus zijn verantwoordelijkheid neemt. Opa overhaalt hem om een brief te schrijven naar een technische school waarvoor hij wel interesse toont. Het plan lukt, Guus wordt aanvaard. Alles lijkt een positieve wending te nemen tot op de dag dat Opa erg ziek wordt. Guus staat andermaal voor de uitdaging, doorgaan of opgeven ... Het levensverhaal van Guus en zijn moeizame schoolcarrière komt er in een onstuitbare woordenvloed uit. De taal en de gedachtegang zijn zeer herkenbaar en treffend uitgediept. Inhoudelijk is dit boek eenvoudig en sterk tezelfdertijd. Hoewel dit een geromantiseerde versie is van de echte Guusjes op school, geeft het geheel een zeer realistische indruk. Het beeld dat Guus over zichzelf boetseert, komt, ondanks de vele inspanningen die schoolteams leveren, overeen met dat van tal van jongeren van die leeftijd. Ons prestatiegerichte onderwijs is nog te vaak traag en log in het herkennen van talent. Het is immers nog steeds 'bon ton' een algemeen-vormende studierichting te kiezen. Dit alles heeft Anna Gavalda zonder ergens belerend te worden, goed geïntegreerd in haar verhaal. De enige negatieve punten zijn dat de vertaling van Veldkamp hier en daar te 'Hollands' is en dat de omslagillustratie inhoudelijk niet bij dit verhaal past.