Helden van Olympus. Het huis van Hades

De poorten van de onderwereld staan wagenwijd open. Alle monsters, ooit verdreven of gedood door helden en (half)goden, stromen opnieuw de mensenwereld in. Zeven halfgoden hebben de opdracht om de wereld te redden. Na de cliffhanger waarmee het vorige boek eindigde, bevinden Annabeth en Percy zich in Tartarus. Op hun tocht doorheen het huis van Hades komen ze de ergste beproevingen tegen. Gelukkig hebben ze elkaar en ze krijgen hulp vanuit onverwachte hoek. Zij zullen de poorten van binnen uit sluiten, terwijl hun reisgenoten hetzelfde van buiten af moeten doen. Het boek volgt afwisselend Hazel, Annabeth, Leo, Percy, Frank, Jason en Piper. Die diverse invalshoeken maken het verhaal interessant en zorgen ervoor dat de karakters steeds meer uitgediept geraken. Door hun belevissen groeien de personages, ze worden evenwichtiger, volwassener. Dit is het vierde boek in de serie ‘Helden van Olympus’ die aansluit op de reeks van Percy Jackson. Het is niet nodig de eerste reeks gelezen te hebben, maar de boeken van de ‘Helden van Olympus’ laten zich niet echt los van elkaar lezen. In deze serie wordt ingegaan op de verschillen die er zijn tussen de aartsvijanden Grieken en Romeinen, die elk hun kamp met halfgoden hebben. Enkel als zij de handen in elkaar slaan, kunnen ze overwinnen. De vindingrijke halfgoden nemen het op tegen de ergste monsters. Spanning is alomtegenwoordig, maar wordt gebroken met humor en relativeringszin. De auteur slaagt erin te blijven boeien met een originele invalshoek, avontuurlijke missies, levendige acties, onverwachte wendingen, geestige dialogen in een bijzonder realistische en hedendaagse setting.