Hertz

De zoektocht van Finn Revel

Dit zeer lijvige boek speelt zich af in het begin van de twintigste eeuw. Het begint in 1911 ergens in een havenstadje in het zuiden van Noorwegen als Finns vader, Johannes Revel, vertrekt op kabeljauwvangst. Finn is dan elf jaar. Finns moeder Tove is een begaafd pianiste maar publiek optreden voor vrouwen is in die tijd omstreden. Ze beperkt zich dus tot pianobegeleiding bij stomme films en optreden in de plaatselijke kroeg. Na drie jaar en 234 dagen (Finn heeft ze geteld) komt Johannes eindelijk thuis. Om toch wat inkomen te hebben, werkt Finn als bedeler voor de plaatselijke kruidenier en Tove geeft privélessen piano, o.a. aan de reder Christian Ulv. Ze zou ook andere diensten aanbieden maar dat wordt alleen gesuggereerd. "Ik heb je gemist", zegt Finn bij Johannes' terugkeer, maar die lijkt het niet te horen. Hij sluit zich op in zijn studeerkamer, gaat weg als Tove en Finn voor hem pianospelen. Finn verdenkt zijn vader ervan dat hij een volgende reis aan het voorbereiden is. Dat blijkt niet onterecht. Tove verzet zich, Johannes slaat haar. Later excuseert hij zich bij Finn: "Er zijn geen excuses voor het slaan van een vrouw." En hij bekent dat hij het varen en het onderweg zijn mist.
De rederij bouwt een schip, een ijsbreker: de Tor Viking. Als het schip aan zijn eerste reis gaat beginnen, valt de eerste stuurman weg. Christian Ulv komt Johannes vragen om hem te vervangen. Die is amper drie maanden thuis en Finn, ondertussen vijftien jaar, smeekt tevergeefs om mee te mogen. De Tor Viking is het eerste schip van de rederij dat met morse- apparatuur uitgerust is. Finn gaat dromen: "een apparaat dat onzichtbare golven uitzendt, en die golven dragen woorden. Zal het schip minder ver lijken, omdat iets onzichtbaars hen verbindt?"  Voor zijn vertrek vertelt Johannes over zijn vader en zijn jeugd (p. 112). Na het vertrek van Johannes gaat Tove vaak 's nachts weg, reder Christian komt af en toe op bezoek. Finn bekijkt het met veel argwaan. Ondertussen komen de arbeiders in opstand tegen de uitbuiting, ze staken, de politie treedt hard op, er vallen doden. Niet veel later worden er schepen gekaapt.
Finn en zijn vriend Isaak, een straatjongen, gaan 's nachts vaak op rooftocht in de rijkeluishuizen: Finn is een meester in het sloten openen en Isaak is lenig als een kat. Isaak rechtvaardigt hun daden: "Breken wij in of houden zij ons buiten?" (p. 147) Ze breken ook in in de treinwagon waarin Aage, een jongen die bezeten is door fysica en scheikunde, zijn werkplaats heeft. Aage heeft een misvormd gezicht als gevolg van een mislukt experiment. Na enige tijd worden ze vrienden. Om het groepje te vervolledigen voegt ook Vanja, de dochter van de kasteelheer zich bij hen. De vriendschap tussen die vier jongeren is hecht. Finn denkt veel aan de radiozender die hij op het schip zag. Hij praat erover met zijn vrienden en Aage gaat een zender en ontvanger maken. Finn, Isaak en Vanja stelen de nodige materialen bij elkaar. Bij de beschrijving van het werkschema dat Aage volgt, had ik wel een tekening kunnen gebruiken.
Op een huisconcert bij Christian vraagt de schouwburgdirecteur Tove om een concert te geven in het theater. Tove krijgt steeds vaker hoestbuien en geeft daarbij ook bloed op. Op de rederij is het bericht binnengelopen dat de Tor Viking gezonken is. Finn weigert te geloven dat zijn vader dood is. Ondertussen is de zender klaar en Finn blijft berichten sturen aan Johannes. Op een nacht steelt hij de coördinaten met de ligging van de schepen van de rederij van Ulv. Op die gegevens krijgen ze wel reactie en de volgende dag wordt er een schip van de rederij Ulv gekaapt. Finn gelooft dat Johannes zich aangesloten heeft bij de kapers. Hij blijft de ligging van de schepen doorgeven, de sociale onrust speelt zich nu op zee af. Tove moet opgenomen worden in het ziekenhuis en Finn maant zijn vader aan om naar huis te komen. Omdat er geen antwoord komt op die vraag, wil hij met zijn vrienden zelf de zee op gaan in een kleine veerboot die ze hersteld hebben. Deze tocht loopt bijna fataal af. Na zoveel ellende eindigt het boek toch min of mee 'happy'.
Dit is een spannend boek, maar het had dunner gekund want er zitten heel veel beschrijvingen in van technische experimenten, landschappen, personages. Er worden veel thema's aangeraakt: vriendschap, sociale ongelijkheid, zeevaart, ouder- kindrelatie, discrimatie van vrouwen ... Op p. 108 staat over grutto's: "Ze verzamelen, ze vertrekken naar het zuiden, naar Nieuw-Zeeland of Australië". Het zijn niet de grutto's, maar de Noordse sterns die deze reis maken. Op p. 247 staat een taalslordigheid: "Hij sluit zorgvuldig de deur achter zich dicht". Maar de auteur vindt vaak treffende verwoordingen, bv. op p. 211: "Mensen die iemand verliezen hebben een plek nodig waar ze hun verdriet kunnen neerleggen." of  p. 350 "Wie sterft laat alleen een herinnering achter, waar de tijd aan schaaft. De tijd schaaft een zware balk tot die het formaat heeft van een tandenstoker, en die plant hij in je hart als een eeuwige splinter". Beide uitspraken legt de auteur de oude grafdelver Andersen in de mond. Het boek is ingedeeld in zes delen, ingeleid door een symbool uit de elektro-mechanica; er is een verklarende woorden- en bronnenlijst. Dit is een boek voor doorbijters, maar het is zeer de moeite waard.