Het buitengewone beroepenboek van Tattoe en Pattoe

De broers Tattoe en Pattoe komen uit Buitengewoondorp. Daar gaat alles er anders aan toe dan bij ons. Ze willen weten hoe het leven er bij ons uit ziet, bijvoorbeeld hoe de mensen werken. Ze onderzoeken twaalf beroepen: bakker, brandweerman, kapper, landbouwer, leraar, machinist, muzikant, poetsvrouw, redacteur, secretaresse, timmerman, verpleegkundige. Ze beperken zich niet tot kijken; ze werken, op hun eigenzinnige manier, mee. Dat hun werkwijze zelden volgens het boekje verloopt, spreekt voor zich. Ze komen tenslotte uit Buitengewoondorp.
De cartoonachtige tekeningen die her en der over de pagina's verspreid staan, maken het boek heel toegankelijk. De tekstblokken in bevattelijke taal staan tussen de illustraties. Sommige beroepen worden als typisch mannelijk of vrouwelijk voorgesteld, bijvoorbeeld: secretaresse, poetsvrouw, brandweerman, bakker ..., een minpunt dus.
Hun inlevingsstage was leuk maar moeilijker dan ze dachten. Pattoe vraagt zich af waarom mensen werken, hoe beroepen ontstaan zijn en hoe dat gaat met werken. In woord en beeld geven ze hun ideeën hierover weer en ze besluiten dat spelen het werk van de kinderen is.
Het boek biedt heel wat mogelijkheden om met kinderen van een tweede graad basisonderwijs aan de slag te gaan.