Een groot formaat pop-upboek voor de allerkleinsten over een rupsje dat altijd honger heeft. Op een dag ontmoet hij Hommel en hij zou ook wel vleugels willen om te kunnen vliegen. Maar rupsje heeft pootjes en geen vleugels en volgens Merel is hij ook nog veel te dik om te kunnen vliegen. Maar Vlinder zegt “Wie weet?” Zou Rupsje op een dag net zo kunnen vliegen? Hij begint aan een lange winterslaap en droomt alleen maar over vliegen. Wanneer hij eindelijk wakker wordt, heeft hij vleugels en is hij een vlinder geworden. Dit prentenboek is verstoken van elke vorm van originaliteit. Het verhaal is erg stereotiep en lijkt wel een slap afkooksel van het alom bekende 'Rupsje Nooitgenoeg'. De kleurrijke illustraties zijn druk en overvol en deze impressie wordt versterkt door de pop-ups, de opvallend vetgedrukte geluiden die de dieren maken en de redelijk lange stukken tekst die in de illustraties zijn opgenomen. De in groot lettertype gedrukte tekst leest gelukkig wel vlot. Zoals zo vaak bij dit type boeken, zijn de uitspringende elementen echter geen lang leven beschoren, eens het boek in kleine kinderhanden terechtkomt.