Het doel van dit boek is kinderen iets bijleren op een speelse manier. Geen saaie teksten met hier en daar een klein prentje, maar een boek vol tekeningen die samen korte stripverhaaltjes vormen. Het nadeel hierbij is dat het noch het een noch het ander is en je eigenlijk bij geen van beide voldoening vindt. Het stripverhaal is te zwak om goed te kunnen volgen en de info die je krijgt is te chaotisch om te begrijpen. Het boek is opgebouwd uit drie verhalen, eentje over de ridders, dan over Egypte en het laatste gaat over kriebelbeestjes. In het ridderverhaal belandt Tommy, een nieuwgierige jongen, in de tijd van kastelen en ridders. Hij ontmoet er een schildknaap en leert zo het leven op een kasteel kennen. In Egypte ontmoet hij Basta, de zoon van de koning, die hem alles uitlegt. Bij de kriebelbeestjes gaat hij met een geleerde professor op stap. Voor de humor in het boek zorgt de hond van Tommy, een naïef beestje dat enkel geïnteresserd is in eten. Het is een boek om af en toe eens vast te pakken en er stukjes in te lezen, want een verhaal in één stuk lezen is te vermoeiend. Historische of biologische kennis in een stripvorm gieten, is op zich een goed idee, alleen de uitwerking ervan zou veel beter kunnen. Te lezen vanaf acht jaar.